Het is verontrustend vast te stellen dat kanker opvallend veel voorkomt bij jonge mensen, vooral bij vijftigers. Nochtans werd kanker jarenlang als een ouderdomsziekte omschreven. Het vervuild milieu, waardeloos voedsel of stress heeft er ongetwijfeld mee te maken, maar er is meer aan de hand, de vatbaarheid voor kanker. Niet alle rokers krijgen longkanker. Waarom zijn sommigen vatbaar en anderen niet en wat kunnen we doen om kanker te voorkomen?

Kanker is een heimelijke ziekte
Kanker ontstaat door een ontspoorde cel die zich los van het lichaam onbeperkt blijft delen. Aanvankelijk vermenigvuldigt zich deze cel op eigen kracht, maar om echt te groeien zoekt het gezwel voedsel door nieuwe bloedvaatjes aan te maken, wat angiogenese wordt genoemd. Het gezwel is dan verbonden met het lichaam en blijft onopgemerkt groeien en doet geen pijn zodat niemand merkt kanker te hebben. Pas als het gezwel een bepaalde grootte heeft aangenomen, drukt het op weefsels of organen waardoor ongemakken kunnen optreden. Vermoeidheid is meestal het eerste symptoom, maar dat is vaag en zegt niet veel. Als een gezwel volgroeit is, verspreidt het dochtercellen door heel het lichaam, wat we uitzaaiing of metastase noemen. In ongunstige omstandigheden kunnen nieuwe gezwellen ontstaan. Metastase bemoeilijkt de oncologische behandeling, maar is niet altijd fataal.

Vatbaarheid
We leven allemaal in een vervuild milieu, komen allemaal in contact met kankerverwekkende stoffen, eten niet altijd gezond en toch krijgt niet iedereen kanker. Op dit ogenblik krijgt 1 op 3 kanker, dat is afschuwelijk veel. Het is opvallend dat veel vijftigers kanker krijgen. Dit lijkt een risicovolle leeftijd of wijst dit op een degeneratie? Stemt de conditie van de huidige vijftigers overeen met die van de zeventigers enkele decennia geleden? De diversiteit aan soorten kankers neemt eveneens toe. Pancreaskanker, slokdarmkanker en hersentumoren komen steeds meer voor. Kankeronderzoekers spreken over 300 veel voorkomende kankers. We blijven met een onbeantwoorde vraag zitten: waarom krijgen mensen in dezelfde omstandigheden al dan niet kanker? Zelfs in families waar veel kankers voorkomen, blijft dit onduidelijk.

Er is geen zekerheid
Niemand weet met zekerheid of men al dan niet vatbaar is voor kanker. Toch kunnen we veel doen om kanker te voorkomen. Een gezonde voeding en levenswijze geven ons meer kans om te genezen als kanker toeslaat. Bovendien zijn we beter bestand tegen de zware bijwerkingen van de oncologische behandelingen. Een positieve instelling en voldoende stressbeheersing leveren eveneens een gunstige bijdrage. Onderzoek toont aan dat bepaalde vruchten en groenten een bijdrage leveren aan het genezings- en herstellingsproces.

DNA
Het modern kankeronderzoek richt zich vooral op het DNA. Onderzoekers stellen vast dat er ongeveer 600 zieke genen in kankercellen zitten. De relaties tussen die genen worden in kaart gebracht. Deze nieuwe inzichten maken het nu mogelijk om doeltreffende medicijnen te ontwikkelen waardoor bijwerkingen hopelijk beperkt blijven. De huidige behandelingen leveren hoge genezingskansen op, maar ze zijn ingrijpend en het duurt twee à drie jaar eer de bijwerkingen voorgoed zijn verdwenen. De vatbaarheid voor kanker heeft ongetwijfeld te maken met het DNA en daar hebben we weinig zicht op.

Verhoogd risico
We kennen de veel gehoorde uitspraken: van roken krijgt u longkanker, van roodvlees darm- of prostaatkanker enz. Toch stelt men vast dat niet iedere roker longkanker krijgt en niet iedere vleeseter aan darmkanker lijdt. We moeten deze uitspraken bijstellen door te zeggen dat roken het risico op longkanker verhoogt zoals vlees het risico op darmkanker aanzienlijk kan verhogen. We moeten rekening houden met de vatbaarheid voor kanker en die is individueel en genetisch bepaald. Er wordt ontzettend veel geld ingezameld voor ‘Kom op tegen kanker’ maar we zouden er beter aan doen alle kankerverwekkende stoffen uit onze omgeving te verwijderen en te streven naar gifvrij voedsel. De strijd tegen kanker begint met de strijd voor een schoon milieu.