Surf eens naar onze gloednieuwe website
www.europeseacademie.be

De geschiedenis van de kruiden

‘Het gebruik van kruiden is zo oud als de mensheid. Instinctief heeft de mens bij ziekten naar kruiden gegrepen en de efficiënte werking ervaren. Zo bouwde de mens een rijke kruidengeschiedenis op die door Marcel De Cleene in een monumentaal boek werd gegoten. Een uitzonderlijk boek voor iedereen die van kruiden houdt.’

De Historia naturalis
Dit is de veelzeggende titel van een prachtig boek waarin de geschiedenis van de kruiden wordt beschreven in vergelijking met de moderne fytotherapie. Tot halfweg de negentiende eeuw wist men niet dat kruiden geneeskrachtige inhoudsstoffen bezitten die bepalend zijn voor de genezende werking. Kruiden werden gevoelsmatig benaderd en vaak vanuit de signatuurleer beschreven en beoordeeld. Toch is het verrassend, zoals Marcel De Cleene aantoont, dat de kruidenkennis van deze historische figuren bijzonder nauwkeurig was en dat de geneeskrachtige werking vaak heel correct werd omschreven. Er zijn accentverschuivingen omdat bepaalde fytotherapeuten de voorkeur geven om een bepaalde ziekte met een specifiek kruid te behandelen, maar dat vinden we eveneens terug in de moderne fytotherapie.

Oude kruidenkennis
De oudste informatie over geneeskrachtige planten staat in spijkerschrift beschreven op de kleitabletten van ongeveer 5.000 jaar v.Chr. In het oude China, India of Egypte vinden we geschreven teksten terug over de werking van de kruiden. Hipocrates, grondlegger van de natuurgeneeskunde, heeft een rijke bron van geschriften achtergelaten waarin de kruiden zijn beschreven. Na hem zijn er nog talrijke grote kruidenkenners geweest waarvan Galenus de belangrijkste is. Het is Karel de Grote met residentie in Aken die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de kruidengeneeskunde door in zijn tijd een verordening uit te voeren dat op alle landgoederen bepaalde bomen, gewassen en zelfs kruiden aanwezig moesten zijn om hongersnood en ziekten te voorkomen. Deze verordening staat bekend als ‘De Capitulare de villis’ en bevat een lijst met 78 kruiden. De middeleeuwen staan bekend voor hun kloostertuinen en kruidenateliers. Hildegard (1098-1179), een abdist van het klooster in Bingen is een begrip in de kloostergeneeskunde.

De grote herboristen
Uit de renaissance zijn drie grote Nederlandstalige herboristen bekend met hun prachtige kruidenboeken en vooral hun Europese waardering en uitstraling. Rembert Dodoens (1517-1585) uit Mechelen was lijfarts van Maximiliaan II van Oostenrijk en van Rudolf II en werd professor aan de universiteit van Leiden. Carolus Clusius (1526-1609) kwam uit Frans-Vlaanderen waar toen nog Nederlands werd gesproken. Hij richtte in Wenen de botanische tuin in onder Keizer Maximiliaan van Oostenrijk en de plantentuin van de universiteit van Leiden waar hij professor werd in de plantkunde. Hij heeft de basis gelegd van de tulpenteelt in Nederland. Lobelius (1538-1684) kwam eveneens uit Frans-Vlaanderen, was lijfarts van Willem van Oranje en was als herborist werkzaam aan het hof van koning James I. Hij staat bekend om zijn plantensystematiek. Hun beroemde kruidenboeken werden in Antwerpen bij Plantijn en Moretus uitgegeven.

Plantennamen
Zowel bij de Grieken als de Romeinen hadden de kruiden meestal verschillende namen. Hoe merkwaardiger en indrukwekkender de plant er uitzag, des te meer namen gaf men haar. Dat zorgde vaak voor verwarring. Deze traditie is tot in de eerste helft van de vorige eeuw blijven bestaan. In de oudere kruidenboeken werden altijd meerdere namen vermeld die van streek tot streek verschillend waren. Tegenwoordig hebben kruiden naast hun wetenschappelijke naam slechts één Nederlandse naam zodat verwarring is uitgesloten. In dit kruidenboek staan 103 kruiden uit eigen streek beschreven. Er zijn kruiden bij die nu niet meer worden gebruikt zoals Vingerhoedskruid, Meiklokje, Kamperfoelie, Moederkruid enz. Toch is het boeiend om te weten hoe men vroeger met deze kruiden omging en in welke mate men wist waar de grens van het toelaatbare lag.

Rijk verleden
Wie zich in dit prachtige kruidenboek verdiept, merkt meteen hoe rijk de geschiedenis van de kruiden is. De auteur wijst voortdurend naar de belangrijkste periodes zoals de oudheid, de middeleeuwen, de renaissance en de moderne tijd. Regelmatig laat hij beroemdheden aan het woord of verwijst hij naar de moderne kruidengeneeskunde. De grote waarde van dit kruidenboek ligt in het feit dat zijn geschiedenis vanuit de moderne kruidengeneeskunde wordt besproken. Heden en verleden behoren immers samen. Naast het medicinaal en volksgeneeskundig gebruik wordt ingegaan op het huishoudelijk gebruik, het culinaire aspect, toepassingen zoals bij het vervaardigen van lijmen, kaasbereiding, stijfsel, veevoer, kruiden voor leerlooiers, het bestrijden van insecten en voor kinderspelen want kinderen waren vroeger goed vertrouwd met de kruiden.

Gebruiksvriendelijk kruidenboek
Als lezer wordt u niet alleen ondergedompeld in de rijke geschiedenis van de kruiden met al zijn bijzondere historische aspecten, het is een gebruiksvriendelijk kruidenboek dat naast moderne kruidenboeken kan gebruikt worden. Bij ieder kruid zijn er meerdere kadertjes geplaatst met opmerkingen, waarschuwingen, volksrecepten, verwijzing naar de signatuurleer of citaten van de grote herboristen. Dit historisch boek leest vlot als een roman en neemt de lezer op sleeptouw door de rijke geschiedenis van de kruiden met al zijn bijzondere aspecten.

Kruidenschema’s
De grootste waarde van dit boek is ongetwijfeld de uitwerking van kruidenschema’s in verband met het toepassingen van het kruid door de eeuwen heen. Marcel De Cleene heeft bij ieder kruid meerdere van dergelijke schema’s uitgewerkt. In de eerste kolom staat de bronvermelding en in de volgende kolommen het orgaan of de ziekte waarvoor het kruid werd gebruikt in vergelijking met de moderne fytotherapie. Vaak stemt het gebruik overeen met onze huidige kennis, soms is dit afwijkend. Kruiden hebben meestal een breed werkingspectrum zodat het afwijkend gebruik zich nog binnen het werkingsspectrum bevindt, maar volgens onze huidige inzichten daar niet of minder meer geschikt voor is.

Besluit
Het is een bijzonder boek, niet alleen voor herboristen en fytotherapeuten, maar voor iedereen die belangstelling toont voor kruiden. Het is een monumentaal boek, groot formaat (29x24x5,5 cm), telt 685 pagina’s, heeft een goed uitgewerkte bibliografie, eindnoten refererend naar de bronnen per kruid, een ruime index, is mooi geïllustreerd met vermelding van de afkomst van de gebruikte tekeningen. Het is verrassend dat dit prachtige kruidenboek slechts 50 euro kost.Dit boek kan besteld worden bij de uitgeverij www.sterck&devreese.nl of via de boekhandel.