De EXPO 2015 in Milaan koos voeding als thema en verwacht 20 miljoen bezoekers. Het accent ligt zeker niet op gezonde voeding, maar veeleer op de productie en het verhandelen van voedsel. Het thema is in negen groepen onderverdeeld: rijst, cacao, koffie, fruit en groenten, kruiden, granen en zetmeelhoudende knol- en wortelgewassen, Bio-Mediterranese voeding, vis en zeevoedsel en woestijngebieden. Ieder land dat met een paviljoen vertegenwoordigd is, biedt zijn voedingsmiddelen aan en heeft daarnaast meestal een restaurant waarin aandacht gaat naar de nationale keuken. Los van de paviljoens zijn er nog extra eethuisjes waar, onder het motto ‘Eataly’ de Italiaanse regionale gastronomie, talrijke gerechten worden aangeboden. Tegen betaalbare prijzen kan men overal terecht. Door dit thema is de Expo veel meer een culinaire attractie dan een wereldgebeuren. De vorige expo was in 2010 in Shanghai (China). Voor de Chinezen was het een prestigezaak waarbij ze wilden aantonen hoe belangrijk hun land is als wereldmacht. De Expo was toen bijzonder groot opgezet en de paviljoens muntten uit in architecturale pracht en grootheid. De EXPO in Milaan is kleinschaliger en de inrichters hebben gekozen voor open structuren, doorzichtigheid en vooral voor creatieve speelsheid. Het klimaat leent zich daar uitstekend voor. Het is opvallend dat de Expo vooral ’s avonds massaal wordt bezocht, niet alleen omdat het dan koeler is, maar omdat er een heel druk avondprogramma wordt aangeboden. Een Expo is immers een wereldfeest en dat hebben de Italianen goed begrepen.

 

Het Belgisch paviljoen, met een prachtig ontwerp, had bijzonder veel succes. De bezoekers werden er vertroeteld met koekjes van Lotus en chocolade. Binnen het terrein van het paviljoen was er een ruim terras op diverse niveaus uitgewerkt rond Belgische bier, daarnaast een ruimte voor de Belgische chocolade, de Brusselse wafels en een erg druk bezochte frituur waar men voor 4 euro een flinke friet kon bestellen met twaalf soorten sausen naar keuze. Ongezond trekt aan gelet op de lange rij wachtende bezoekers. De Nederlanders hadden de boodschap van de inrichters goed begrepen. Zij kozen voor een open plein met kraampjes in oude busjes uit de jaren zestig van de vorige eeuw en creëerden er een festivalstijl. Er worden worstenbroodjes, kaas en andere Nederlandse specialiteiten verkocht. De stand straalt vrijheid, non-conformisme en ongebondenheid uit en schept een nonchalante sfeer die blijkbaar door veel bezoekers wordt gewaardeerd.

 

Tussen het ruime aanbod van landbouw- en voedingsproducten, is er ook een bescheiden plaats voorzien voor de biologische land- en tuinbouw in een cluster van paviljoens die de fruit- en groentenproducerende organisaties vertegenwoordigen. Op het einde van de Expo heeft Slow Food haar paviljoen met een tuin voor diversiteit (Biodiversity Square). Slow Food is een beweging die in Italië is ontstaan en streeft naar de herwaardering van de traditionele voedingswijze en artisanale bereidingstechnieken en belang hecht aan de biologische kwaliteit. In dit paviljoen kunt u organoleptisch onderzoek uitvoeren o.a. door reuktesten of het herkennen van zaden, pitten, granen enz. op de tastzin. Het paviljoen heeft vooral een educatief karakter. Af en toe wordt er aandacht besteed aan het wereldvoedselprobleem. De verhouding tussen het overgewicht in het Westen en de honger in ontwikkelingslanden wordt aangetoond. Met wat men hier te veel eet en verkwist, kan men de honger uit de wereld helpen. Er is meer dan voldoende voedsel op aarde aanwezig, maar is het verkeerd verdeeld.

 

In een aantal paviljoens maakt de bezoeker kennis met nieuwe experimenten zoals ver doorgevoerde hydrocultuur, genetische manipulatie of het eten van insecten als bron van eiwit. Sommige onderzoekers gaan er vanuit dat het aantal planten dat in aanmerking komt als voedingsmiddelen te beperkt is. Door genetische manipulatie zou men van niet geschikte planten nieuwe voedingsmiddelen kunnen maken. Nochtans is het aanbod aan voedingsmiddelen nu al bijzonder groot. Het gebruik van voedsel kan men drastisch verminderen door meer rauwkost en verse voedingsmiddelen in te schakelen en het gebruik van voedingsproducten te beperken. Het zijn de industrieel bereide voedingsproducten die een laag verteringsrendement leveren wat neer komt op verkwisting van voeding. De bijbehorende verpakking zorgt voor milieuvervuiling. Men kan op de Expo aankopen doen in de supermarkt van de toekomst, maar de producten die er worden aangeboden zijn dezelfde die we nu in alle supermarkten terugvinden. Dus helemaal niet toekomstig gericht.

 

Arts and foods

In een groot park aan de rand van de stad staat de triënnale in het teken van kunst en voeding. De tentoonstelling is opgebouwd rond vier grote thema’s in vier afzonderlijke afdelingen. De tentoonstelling begint met twee schilderijen van de bekende kunstschilder Ensor met stillevens rond voeding. Heel wat bekende kunstenaars hebben zich door voeding laten inspireren en waren er vertegenwoordigd. Het meest indrukwekkende van deze triënnale is het grote verschil tussen de voeding van vóór en ná 1960. Vóór 1960 bestond de voeding nog hoofdzakelijk uit eigen bereide gerechten van voedingsmiddelen uit de eigen tuin of van de markt of winkel. Het gebruik van conserven was toen nog beperkt, net als de voedingsproducten. Het is opvallend hoe beperkt in die tijd de keukeninrichtingen waren. Een kleine ruimte met enkele kastjes, een gootsteen met pomp of kraan, een eenvoudig fornuis met of zonder oven. Het keukengerief was in die periode heel beperkt en bestond uit enkele messen, een rasp, een vleesmolen, een klopper enz. Allemaal eenvoudig gereedschap. Ná 1960 wordt de voeding geïndustrialiseerd en gecommercialiseerd en worden er geleidelijk aan kunstmatige behoeftes gecreëerd. Mixers en allerlei elektrisch keukengerief, fornuis, koelkast, diepvriezer, microgolfovens veroveren de keuken. Voorverpakt en bereid voedsel doet zijn intrede en het gebruik van voedingsadditieven neemt sterk toe. In nauwelijks vijftig jaar tijd ontstaat er een voedingspatroon dat nog nauwelijks verwant is met de rest van de geschiedenis. Een levensstijl wordt opgedrongen met slechts één doel: meer verkopen, meer consumeren, meer verkwisten en vervuilen. De bevolking is er niet gezonder door geworden, want naast de voedingsindustrie ontwikkelde zich parallel de farmaceutische industrie.

 

Wie deze triënnale samen met de Expo bezoekt, krijgt een goed idee over de voeding in de wereld, maar is tegelijkertijd gewaarschuwd voor de gevolgen van deze zinloze commercialisering. Iedereen die begaan is met gezonde voeding heeft de plicht zich te verzetten tegen deze waanzin. Dat doet men door zelf het goede voorbeeld te geven.

 

Voor wie meer over voeding wil weten, kan het beste een open cursus volgen ‘Vitaal door voeding’ of een opleiding ‘V.G.L.-Gezondheids- en gewichtsconsulent’. Surf naar www.europeseacademie.be.