Op 29 juli 2015 is het precies 125 jaar geleden dat de beroemde kunstschilder Vincent Van Gogh door zelfdoding overleed. Zijn talent, zijn bevlogenheid, rebellie en eigenzinnigheid maakten hem wereldberoemd. Hij overleed berooid, zonder enig succes als psychiatrisch patiënt. De meeste mensen kennen hem van zijn zelfportretten: een akelige, ruige man die er onverzorgd en onaantrekkelijk uitziet met een vreemde, soms woeste en beangstigende blik in zijn ogen. Hij heeft zich opvallend vaak geportretteerd en zegt daarover: ‘Ze zeggen, en dat geloof ik heel graag, dat het moeilijk is jezelf te kennen, maar het is evenmin eenvoudig jezelf te schilderen.’ Vincent Van Gogh was pas 37 jaar oud toen hij overleed en heeft pas op zijn 27ste levensjaar beslist om kunstenaar te worden. Zijn artistieke carrière heeft slechts tien jaar geduurd terwijl hij 862 schilderijen en bijna 1.100 tekeningen heeft nagelaten die nu over heel de wereld in de beste musea zijn verspreid. Daarnaast schreef hij honderden brieven, vooral aan zijn vier jaar jongere broer Theo die hem zijn hele leven moreel en financieel heeft gesteund.

 

Vincent Van Gogh werd op 30 maart in 1853 als oudste zoon in Groot Zundert geboren, een dorp in Noord Brabant (NL) waar zijn vader dominee was. Het gezin telde zes kinderen, drie jongens en drie meisjes. Op zestienjarige leeftijd ging hij bij zijn oom, een kunsthandelaar in Den Haag, aan de slag. Vincent was een rusteloze persoonlijkheid die altijd weer weg wilde naar een ander dorp, een andere stad of land. Hij woonde gedurende een korte tijd in Antwerpen en Londen. Alleen geldgebrek dwong hem weer om voor een korte tijd het ouderlijk huis op te zoeken. Vincent besloot net als zijn vader predikant te worden, maar mislukte in zijn studie theologie, werd lekenprediker en vestigde zich in de Borinage, een arme mijnstreek in het Zuiden van België. Vincent richtte zich op het zielenheil van de mijnwerkers en hun gezinnen door verhalen uit de bijbel te vertellen. Hij had toen alle contacten met zijn familie, ook met zijn lievelingsbroer Theo, verbroken. Hij beleefde hier een van de zwartste periodes uit zijn leven, maar ontdekte er wel zijn kunstenaarsroeping. Hij werd immers als lekenpredikant ontslagen en probeerde een nieuwe invulling aan zijn leven te geven. Na een winter van ontbering, eenzaamheid en zware melancholie, neemt hij met tegenzin weer contact op met zijn broer Theo en vraagt hem afdrukken van werken van Jean-François Millet (1814-1875) te sturen, een Franse kunstschilder die bekend staat voor het schilderen van het boerenleven. Het is zijn bedoeling ze als oefening te kopiëren. Hij begint met mijnwerkers op weg naar hun werk te tekenen. Als een bezetene begint hij te tekenen en verdiept zich in de menselijke anatomie en het perspectieftekenen. Vincent schreef naar zijn broer Theo: ‘Ik ben iemand van hartstochten.’ Hij verhuisde naar Brussel met de hoop om aan de kunstacademie te studeren, maar hij blijft autodidact en heeft via een schriftelijke cursus met 60 voorbeelden van tekeningen het vak onder de knie gekregen. Met zijn ongemeen doorzettingsvermogen wist hij in vrij korte tijd zich de nodige vaardigheden eigen te maken. Doordat hij naar perfectie streefde was hij nooit echt tevreden en wist zich voortdurend te verbeteren.

 

Na een korte oefenperiode waarin hij voornamelijk prenten kopieerde, waagde Vincent zich in 1881 aan zijn eerste zelfstandig werk naar levend model. Zijn omvangrijk werk kan onderverdeeld worden in een donkere en een lichte periode. De donkere periode is in zekere mate geïnspireerd door Rembrandt. Onder invloed van de Franse schilder Millet, wiens werk hij vaak gekopieerd heeft, begint hij eerst met boeren te tekenen en te schilderen in hun armoedige en sombere hutjes. Over Millet zegt Vincent: ‘Millet heeft onze ogen weer geopend voor de mens die in de natuur leeft. Vanuit zijn bittere ervaring uit de Borinage zijn de tekeningen en schilderijen een rebellie tegen de armoede en onderdrukking in zijn tijd. ‘De aardappeleters’ is het meest bekende werk uit deze periode. Het zijn niet alleen de boeren, maar ook de wevers die zijn aandacht trekken. Vincent toont in deze periode dat hij een uitstekende tekenaar is. In 1886 gaat hij bij zijn broer Theo in Montmartre (Parijs) wonen die daar in een kunsthandel werkzaam is. Daar komt hij in contact met talrijke kunstenaars, vooral impressionisten en pointillisten. Zijn schilderijen worden licht en vrolijk van kleur en hij schildert er veel stillevens met bloemen. Het lijkt wel of er meer licht in zijn leven en in zijn donkere ziel is binnengedrongen. De Parijse periode is ongetwijfeld de vrolijkste en leerrijkste periode uit zijn leven. Hoewel Vincent een hartstochtelijk en gedreven temperament heeft, weet hij iedere tekening en ieder schilderij heel nauwkeurig te analyseren en te bestuderen. Hij houdt rekening met het perspectief, achtergronden en compositie en experimenteert met kleur, licht en contrast, maar ook met diverse technieken. Hij is door vele kunstenaars beïnvloed, maar heeft altijd zijn eigen stijl weten te handhaven. Na twee jaar Parijs vertrekt Vincent in 1888 naar Arles, in het Zuiden van Frankrijk op zoek naar nog meer licht. In december van dat jaar krijgt hij een zware zenuwinzinking, snijdt een deel van zijn oor af na een ruzie met de kunstschilder Gauguin (1848-1903) en wordt opgenomen in het ziekenhuis van Arles. Het duurt niet lang of hij laat zich opnieuw vrijwillig in de psychiatrie opnemen in Saint Remy-de-Provence waar de aanvallen elkaar opvolgen. In mei 1890 verlaat hij de psychiatrie en trekt naar Parijs waar hij enkele dagen bij zijn broer Theo en zijn gezin intrekt en reist later door naar Auvers-sur-Oise waar hij op 29 juli 1890 overlijdt met Theo aan zijn zijde, twee dagen nadat hij zichzelf door de borst heeft geschoten. Hij wordt in datzelfde dorp begraven.

 

Zijn geestelijke gezondheid

Er is in de loop der jaren veel gespeculeerd over het ziektebeeld waaraan Vincent leed. Het is vreemd dat de vader en de drie broers niet oud zijn geworden. Zijn vader overleed op 63- jarige leeftijd, hij op 37, zijn broer Theo op 34 en zijn broer Cor op 33 jaar. Zijn moeder daarentegen werd 88 jaar en zijn zussen 75, 77 en 79 jaar. Het is wel opvallend dat zijn jongste zus Willemien de laatste 39 jaren van haar leven in de psychiatrie heeft doorgebracht. Vincent was een moeilijk kind, vooral zijn rusteloosheid domineerde zijn leven. Hij leefde op 15 verschillende plaatsen in Nederland, Engeland, België en Frankrijk. Volgens Psychiater Dr. Van Meekeren voldoet Vincent aan alle kenmerken van borderline, een complexe persoonlijkheidsstoornis die toen als zodanig nog niet was gedefinieerd. Een dergelijke persoonlijkheid is gekenmerkt door impulsief gedrag met woedeuitbarstingen, neiging tot zelfverminking, stemmingswisseling, extreme verlaatangst, het stellen van onrealistische eisen, identiteitstoornissen met laag zelfbeeld, instabiliteit in intermenselijke relatie, paranoïde ideeën en suïcidaal gedrag. Daarnaast leed hij nog aan andere klachten zoals zware melancholie, een vorm van depressie die voor komt bij mensen die naar perfectie streven, geen vrolijkheid in het hun leven kennen, alles te ernstig opnemen en geen ruimte hebben voor diepe gevoelens. Hij was immers gedreven, gepassioneerd, werd gemakkelijk boos en had het moeilijk zich te beheersen. Vincent had zich vastgeketend aan zijn jongere broer Theo in wiens handen hij zijn levenslot had gelegd, vandaar zijn verlaatangst. Hij was streng voor zichzelf, streefde naar perfectie en maakte van een schilderij meerdere exemplaren of variaties om steeds te verbeteren. Hij had een sterk gevoel voor details. Van de pointillisten leerde hij de kracht van de puntjes in het kleurenvlak en zag deze techniek als een ware ontdekking. Hij werd geen pointillist maar ieder schilderij is bezaaid met ontzettend veel streepjes, vlekjes, puntjes, kleine kleurschakeringen, kronkeltjes, licht en schaduw. Een effen kleurenvlak is bij hem uitgesloten. Zijn schilderij ‘De oogst’ uit 1888 werd door hemzelf, maar ook door veel kunstcritici als zijn beste schilderij omschreven. Men spreekt van een volgroeid meesterschap. Hetzelfde kan gezegd worden van het schilderij ‘De brug van Langlois’ waarin de perfectie benaderd wordt zowel wat de compositie, het perspectief, licht en kleur betreft. Vanaf 1889, een jaar voor zijn dood zien we dat de vaste hand weg is, het lijkt of alles beweegt en op hol is geslagen, er is geen stabiliteit meer. Hij tekent en schildert verschillende cypressen die meer op vlammen lijken. Zijn zelfportretten worden griezelig en benauwend. De heldere kleuren worden nu zwaar en donker en vooral onrustig. In zijn vermoedelijk laatste schilderij ‘Korenveld met kraaien’ met zijn sterk bewogen luchten geeft hij onbewust zijn naderend einde aan. Dit schilderij ademt somberheid, eenzaamheid, wanhoop en melancholie uit, kortom het weerspiegelt zijn ziekelijke gemoedstoestand. Vincent zit in een uitzichtloze situatie. Zjn afhankelijkheid van Theo weegt zwaar op hem, maar ook de onzekerheid die Theo te wachten staat, de angst voor een nieuwe aanval en misschien het besef dat hij nooit meer kan schilderen omdat op zekere dag het penseel uit zijn handen zal vallen en niet meer in staat zal zijn om een beeld op het doek te projecteren. In diezelfde periode schilderde hij ‘Treurende oude man’ een hoopje ellende dat zijn eigen situatie weergeeft. In de drie laatste maanden van zijn leven heeft Vincent 77 schilderijen gemaakt. In momenten van helderheid schilderde hij nog voortreffelijke werken met veel aandacht voor details.

 

Gebrek aan verbeelding

Verbeelding is het vermogen om iets voor te stellen, in het hoofd een beeld maken, iets visualiseren. Het komt vaker voor dat mensen er een gebrek aan hebben, maar ze zijn zich daar niet altijd bewust van. Bij de meeste creatieve mensen vertrekt een kunstwerk vanuit de verbeelding en manifesteert zich op het witte canvas. Vincent Van Gogh had wel degelijk een gebrek aan verbeelding. Hij tekende of schilderde alleen wat hij uiterlijk kon waarnemen. Hij had soms een onbeheerste drang om te tekenen en als er niets voor handen was, trok hij zijn schoenen uit. Vanuit zijn temperament zou men eerder verwachten dat hij impulsief te werk ging en meteen zijn gevoelens in alle heftigheid op het doek zou smijten. Integendeel, hij ging heel voorbereid, bedachtzaam, beredeneerd en mentaal te werk. Hij schetste of schilderde bijvoorbeeld een landschap dat hij op zijn atelier verder afwerkte, hertekende en er meerdere variaties van maakte. Als het object eenmaal op papier of doek was vastgelegd, kon hij het eindeloos kopiëren of variëren. Vanuit deze vaststelling is het niet vreemd dat Vincent van zijn landschappen, stillevens of portretten meerdere variaties maakte. Al zijn werken zijn van buiten uit ontstaan. Uit brieven aan Theo blijkt dat Vincent zich tot in details zijn geboortestreek herinnerde. Het gaat hier om herinneringen op basis van kennis en niet op verbeelding. Bij de meeste mensen valt herinnering samen met verbeelding. In zijn vele brieven vinden we ditzelfde terug. Hij heeft het over feiten, verzoeken, opmerkingen, ideeën over kunst en kunstenaars, zijn verzet tegen sociale onrechtvaardigheid enz. Zijn brieven steunen niet op verbeelding, met andere woorden, ze zijn niet van binnenuit geschreven. Zelfs toen hij in Den Haag woonde (1882) pakte hij het thema van de mijnwerkers weer op. Ook hier maakte hij gebruik van eerdere schetsen en tekeningen uit de Borinage. Zijn emotionele, psychische en psychiatrische problemen waren van familiale aard, gezien ook zijn jongste zus daaraan leed. Toch heeft het gebrek aan verbeelding zijn toestand ongetwijfeld verergerd en vooral versneld. Door gebrek aan verbeelding slaagde hij er niet in om zijn innerlijke spanningen af te voeren of oplossingen te zoeken. Gebrek aan verbeelding komt vrij veel voor bij mensen die aan autisme leiden, niet dat we dit etiket op hem willen kleven. De ontelbare kleine details, die overal in zijn werk aanwezig zijn, getuigen van een overdreven precisie. Zij, die aan een gebrek aan verbeelding lijden, ondervinden hinder bij het communiceren, hebben het soms moeilijk om opdrachten of bevelen uit te voeren, maar vooral een gebrek aan empathie. Het is nuttig om vanuit onze huidige kennis van de psychologie en de psychiatrie het werk van Vincent Van Gogh te bestuderen, want zijn leven en werk roepen veel vragen op en misschien helpen de antwoorden ons om beter inzicht te krijgen in zoveel actuele psychische problemen.