De consumentenorganisatie Test-Aankoop (B) heeft in januari ’15 het initiatief genomen om voedselverspilling tegen te gaan door het ontwikkelen van een ’overschotdoos’. Deze kartonnen dozen worden in 48 restaurants van de stad Gent verspreid zodat de klanten die hun bord niet leegeten, de restjes mee naar huis kunnen nemen zonder daar enige vorm van schroom over te hebben. Het initiatief werd met veel toeters en bellen gelanceerd en kreeg ruime aandacht in de media. Voortaan heet de ‘doggybag’ in België ‘Restorestje’ een mooi klinkende naam. Om een goede naam te vinden, werd er een oproep gedaan aan de bevolking voor ideeën en 6.000 mensen hebben daaraan deelgenomen. De beste ideeën waren: verspil-me-nietje, kliekjesdoos, nagenieter, overdoos, overschoteltje. Het is een feit dat er enorm veel voedsel wordt verkwist, maar de vraag is of het ‘restorestje’ hier echt een oplossing voor biedt.

Wie voedsel uit ecologische overtuiging wil besparen, doet er goed aan om zo weinig mogelijk of liefst geen vlees te eten omdat de veestapel een uitzonderlijke grote belasting is voor het milieu. Gebruik zo weinig mogelijk voedsel dat een grote afstand moet afleggen (transport), geef de voorkeur aan voedingsmiddelen en beperk je tot een gevarieerd maar niet overdreven aanbod. We hebben geen honderd verschillende kazen nodig om afwisseling in het voedingspatroon te brengen. Voedselverspilling bereikt men door anders met voedsel om te gaan en niet door restjes op een onhygiënische manier mee naar huis te nemen.

Zijn bord niet leegeten was vroeger onbeleefd, zeker in een restaurant. Nu denkt men daar gelukkig anders over. Het gebeurt regelmatig dat mensen het vlees dat overblijft voor de hond laten inpakken. De tijd van de bombastische gerechten met overvolle borden is wel voorbij. Men legt veel meer het accent op presentatie. In de Italiaanse restaurants is men royaal met de deegwaren en bij de Chinees is er meestal een overvloed aan rijst. Dat neemt niet weg dat mensen soms met een restje zitten. Is het zinvol om een restje in een kartonnen doosje te laten kieperen! Het ziet er niet aantrekkelijk uit en wanneer wordt het opgegeten of wordt het wel opgegeten? Blijft men te lang onderweg zonder afkoeling, is het niet uitgesloten dat er bederf optreedt. Gekookt en bereid voedsel is snel aan bederf onderhevig. Bovendien moet het gekookte en afgekoelde voedsel weer opnieuw worden opgewarmd. Voor de gezondheid en het culinair genot heeft men weinig aan opgewarmde kost. Een restje is te weinig om als maaltijd te hergebruiken zodat het aan andere restjes of voedsel wordt toegevoegd. Van de mooie herinneringen aan het aantrekkelijk bord in het restaurant blijft niets over. Soms blijft het dagen in de koelkast liggen of belandt het uiteindelijk toch in de vuilbak. In de meeste restaurants wordt er gewerkt met voor de horeca speciaal industrieel bereide producten om de gerechten snel op tafel te krijgen omdat klanten nu eenmaal ongeduldig zijn. Over de kwaliteit en de gebruikte E-nummers is weinig bekend.

De horecasector juicht het initiatief matig toe en hoopt dat er eerst een duidelijk wettelijk kader word gecreëerd. In feite is de consument zelf verantwoordelijk voor de versheid van het voedsel zodra het in het restorestjedoosje verdwijnt. Men wijst erop dat het voedsel in de doggybag slecht is als het te lang of niet koel bewaard wordt terwijl de restaurantuitbater daar niet verantwoordelijk voor kan worden gesteld. Voedselvergiftiging komt enorm veel voor door gebrek aan hygiëne. Een Restorestje is zeker geen voorbeeld van goede hygiëne en wijst op de oppervlakkigheid waarmee men met nieuwe initiatieven omgaat. Het is niet zo moeilijk om een hype te creëren en de massa warm te laten lopen, maar denk even na over de consequenties die daaraan verbonden zijn. Het restorestje wordt te gemakkelijk een bacteriënnestje. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een ‘voedselvergiftiging’ en een ‘voedselinfectie’. Bacteriële voedselvergiftiging wordt niet door de bacterie, maar door een gifstof die de bacterie produceert, veroorzaakt. Deze kunnen nog in het voedsel aanwezig zijn, ook al zijn de bacteriën gedood door het koken. Indien de verschijnselen door de bacteriën zelf worden veroorzaakt, spreekt men van een voedselinfectie. Een voedingsmiddel dat bedorven is zal men snel opmerken via geur- en smaaksignalen. Bij voedingsproducten ligt dit anders omdat er zoveel voedingsadditieven zoals smaak- en bewaarstoffen zijn toegevoegd dat het voedsel er heel normaal uitziet en ruikt. De meest bekende vormen van bacteriële voedselvergiftiging zijn:

 ·     Botulisme

Wordt veroorzaakt door een eiwit, gevormd door de bacterie Clostridium botulium.

·      Diarree

Wordt veroorzaakt door toxines, gevormd door Bacillus cereus in opgewarmd voedsel zoals rijst, pasta enz.

·      Braken

Veroorzaakt door toxines, gevormd door Saphylococcus aureus. Vooral bacteriën als Salmonella en Escherichia coli veroorzaken voedselinfecties.

Er zijn nog andere boosdoeners zoals virussen, schimmels en algen. Erg kwetsbaar voor bederf zijn: vlees, vis, eieren, melk en bereid voedsel. Het is belangrijk dat men bij voedselvergiftiging snel reageert want soms is medische interventie nodig. Sommige mycotoxines zijn niet acuut giftig, maar werken pas op langere termijn. Symptomen zijn misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, buikkrampen en koorts. Het is niet altijd eenvoudig om het onderscheid te maken tussen een voedselvergiftiging, een voedselinfectie en buikgriep. Soms gaat een voedselvergiftiging spontaan over zodra de toxines het lichaam via braken of diarree hebben verlaten. Het is soms raadzaam de huisarts te raadplegen. Om voedselvergiftiging te voorkomen worden strenge hygiënische regels in acht genomen. Restanten van gekookt voedsel mag men maximaal 48 uren in de koelkast bewaren bij 4° C. Vooral de restanten van kant-en-klare maaltijden zijn erg vatbaar voor bederf. Het ontdooien van diepvriesproducten op kamertemperatuur is erg gevoelig voor bederf. Laat daarom alles in de koelkast ontdooien en verwerk het zo snel mogelijk.

Er wordt ontzettend veel geschreven en gesproken over gezonde voeding en toch valt het op hoe weinig inzicht de meeste mensen hebben in voeding, voedingsregels en voedingsgebruiken. Men is te veel met stoffen bezig, maar te weinig met de essentie van voedsel. Daarom is het raadzaam om je kennis op het vlak van voeding te vergroten. Dat kan door een ‘open cursus’ te volgen aan een van de vier scholen van de vzw Europese Academie voor natuurlijke gezondheidszorg of de 2-jarige opleiding tot V.G.L.-Gezondheids- en gewichtsconsulent zodat je deze kennis op anderen kunt overbrengen.