• Het begint stilaan door te dringen dat de moderne landbouw het milieu zwaar belast en aan zijn limieten zit. Er wordt gezocht naar alternatieven. Het experimenteren met kunstvlees, dat in een labo wordt gekweekt, valt te duur uit en is niet realistisch. Nu denkt men aan de meelworm als eiwitleverancier. Men zoekt helaas in de verkeerde richting. We hebben immers weinig eiwit nodig en zeker niet van meelwormen.

Dierlijk eiwit, verzadigde vetzuren en cholesterol
Meelwormen behoren tot de groep van de insecten. Ze staan in tegenstelling tot de zoogdieren verder van de mens af en hebben een lager bewustzijn. Dat neemt niet weg dat het om levende wezens gaat. Het eiwit dat meelwormen leveren behoort tot de groep van de dierlijke eiwitten, met dierlijke vetten, verzadigde vetzuren en cholesterol. Meelwormen leveren daardoor geen bijdrage aan een betere gezondheid. Wetenschappers pleiten in het belang van de gezondheid en het milieu om meer op plantaardig voedsel over te schakelen. Meelwormen op het menu leveren dus geen voordelen op. Het is waarschijnlijk eenvoudiger en minder belastend voor het milieu om meelwormen te kweken dan varkens, koeien of kippen. Het staat vast dat de sterke toename van hart- en vaatziekten, nier- en leverziekten, verschillende vormen van kankers en andere gezondheidsproblemen voor een groot deel het gevolg is van een te veel aan dierlijk eiwit en vetten. Het inschakelen van meelwormen lost dit probleem niet op. Niemand vindt het prettig om deze beweeglijke insecten op het bord levend te eten, daarom worden ze zoals we hebben vernomen, gebraden of gedroogd en vermalen tot meelwormenmeel. Dit meel, vergelijkbaar met vismeel, wil men verwerken in allerlei voedingsproducten. Naast goedkoop gemodificeerd zetmeel als vulstof, krijgen we nu een goedkoop dierlijk eiwitpoeder. Het consumeren van meelwormen is een verschuiving van het probleem. We moeten anders over eiwit gaan denken en ons laten leiden door de wijsheid van ons DNA, dat de anatomie en de fysiologie van ons verteringsstelsel bepaalt met het daar bijbehorend soort voedsel.

Overal zit eiwit in
De voedingsleer is eenvoudig, maar wordt ingewikkeld voorgesteld. Er zijn maar drie macronutriënten, namelijk eiwit, vet en koolhydraat en zij alleen leveren de nodige calorieën. De micronutriënten zoals vitaminen, mineralen, spoorelementen, fytonutriënten en andere stoffen hebben we in uiterste kleine hoeveelheden nodig. Ze worden in milligram, microgram, mugram en picogram uitgedrukt. We hebben theoretisch gezien in verhouding 1 deel eiwit, 2 delen vet en 5 à 7 delen koolhydraat (suikers) nodig binnen een gezond voedingspatroon. Eiwit is een belangrijk macronutriënt zegt men, maar dat geldt ook voor vet en koolhydraat. Bovendien zijn de macronutriënten uitwisselbaar, d.w.z. als er een tekort optreedt aan eiwit, kan het lichaam dit zelf aanmaken uit vet of koolhydraat of omgekeerd. Iedereen kent de omzetting van suiker in vet. Ons lichaam kent een aantal ingebouwde veiligheidssystemen, maar daar wordt weinig rekening mee gehouden. Vroeger stond in de medische boeken dat we 1 gram eiwit per lichaamsgewicht nodig hebben. Nu denkt men daar anders over en spreken onderzoekers van 0,7 tot 0,5 gram per kilogram lichaamsgewicht. De reële behoefte aan eiwit is echter van vele factoren afhankelijk zoals leeftijd, geslacht, constitutie, te verrichte spierkracht, conditie, kwaliteit van het verteringsstelsel, weersomstandigheden enz. De kwaliteit van een eiwit wordt bepaald aan de hand van de aanwezige aminozuren. Er is een grondig onderscheid tussen plantaardig, dierlijk en melkeiwit, tussen eiwit uit verse voedingsmiddelen en bewerkt eiwit uit voedingsproducten. Het eiwit uit vlees werd te lang geprezen omwille van zijn goede opbouw van de aminozuren. Er werd beweerd dat het vleeseiwit sterk overeenstemt met het menselijk eiwit. Dat is nog al logisch gezien het vleeseiwit afkomstig is van planteneters.

Eiwit uit voedingsmiddelen
In een voedingsmiddelentabel vindt u de hoeveelheid eiwit per 100 g bruikbaar voedingsmiddel of voedingsproduct. Door mechanische verwerking en vooral door verhitting (koken, braden of bakken) wordt het eiwit verstoord en verliest het aanzienlijk aan kwaliteit. Een goed werkend verteringsstelsel en de juiste samenstelling van een gerecht zijn bepalend voor de hoeveel eiwit dat u uit uw voedsel haalt. Eiwit en vet komen altijd samen in een voedingsmiddel voor en dat is logisch. Vet zorgt er voor dat het eiwit langer in de maag blijft en daardoor beter verteert. Magere voedingsmiddelen en lightproducten verteren daarom minder goed omdat de verhouding eiwit en vet verstoord is. Ze zorgen voor een trager verzadigingsgevoel waardoor u er meer van eet. Niemand zit met een voedingsmiddelentabel en rekenmachientje aan tafel. Dat is ook niet nodig want eiwittekort komt zelden voor. Een te veel aan eiwit is echter een ernstig probleem. Belangrijk is dat u weet dat vlees dierlijk eiwit, vet en cholesterol levert en de gezondheid belast. De mens eet al sinds de oertijd als jager-verzamelaar vlees, maar zijn verteringsstelsel heeft zich nog steeds niet aangepast. Hoewel een vleesloze voeding overal wordt aanbevolen, het aantal vegetariërs sterk stijgt en veel mensen het vleesgebruik beperken, is het vreemd dat de vleesvoeding nog steeds een centrale plaats blijft innemen, zowel in de dagelijkse voeding als op culinair vlak. Het wordt dringend tijd dat de media en de overheid een vleesloze voeding propageren. Het is wenselijk dat op de menukaarten van de restaurants extra aandacht wordt besteed aan vleesloze gerechten. Een aantrekkelijke gezonde soep wordt verknoeid door er extra vleesballetjes aan toe te voegen terwijl dit helemaal niet nodig is. Op een heerlijke gezonde salade wordt gemakkelijk een stukje vlees toegevoegd om de prijs te verhogen. Het is nochtans eenvoudig om vlees uit een gerecht te bannen. Bij een vleesloos gerecht gaat veel meer aandacht naar de verscheidenheid aan ingrediënten, de heerlijke smaken en geuren.

Voedingscultuur
We zijn ontzettend ver afgedwaald van ons oorspronkelijk vruchtendieet, hoewel de aandacht voor fruit, bessen, watervruchten, noten en zaden de laatste jaren sterk is toegenomen. Ook het belang van groenten staat centraal. Voeding wordt gedragen door een voedingscultuur en steunt vaak op gewoontes, bepaalde gebruiken en tradities, maar ook op de individuele smaak. Toch moeten we toegeven dat er tegenwoordig een internationalisering plaatsvindt. Heel de wereld komt tegenwoordig op het bord. Het is blijkbaar niet zo moeilijk om andere voedingsgewoontes aan te nemen. Een goede en vrijblijvende raad, laten we ons voedingspatroon richten op een betere gezondheid, een schoon milieu en het respecteren van de dierenrechten. Veel mensen zijn zich niet bewust dat vlees, zoals het in de etalages of de koeltoonbank wordt getoond, stukken van gedode dieren zijn. Ik wil niet overdrijven, maar in feite is vlees niets anders dan een stuk van een kadaver of lijk. Trouwens, vlees bevat lijkengift en moet daarom met warmte behandeld worden. In de braadpan camoufleert men dat met een heerlijk sausje en welriekende kruiden, een schijfje tomaat en een struikje peterselie. Bij de slager ligt vlees open en bloot als in bloed gestold dierenleed. Mijn standpunt is duidelijk, iedereen bepaalt zelf wat op zijn bord komt, mijn taak is u vrijblijvend een advies aan te reiken dat u al dan niet accepteert. Smakelijk eten en dat kan ook zonder meelwormen, vlees of vleesvervangers.