Regelmatig vernemen we via de media dat jongeren te weinig bewegen omdat ze vastgekleefd zitten aan hun digitale spelletjes, I-pad, laptop of computer. Zelfs kleutertjes bewegen zich onvoldoende en lijden aan overgewicht. Het omgekeerde is eveneens waar. Veel jongeren sporten te veel en dat is niet zonder gevaar, zegt Dr. Tom Teulingkx, sportarts en voorzitter van de Vereniging Sport- en Keuringsartsen (SKA). Hij is absoluut voorstander dat jongeren bewegen en sporten, maar dat mag niet op basis van prestatiedrang. Steeds meer sportertjes belanden al op jonge leeftijd in de lappenmand omdat ze bij hun sportclub te vaak en te hard moeten trainen. Dr. Teulingkx zegt: ‘Ik zie bij kinderen, soms jonger dan tien jaar, steeds vaker overbelastingletsels opduiken die ik vroeger alleen bij volwassenen zag.’ Overbelasting op jongere leeftijd kan dramatische gevolgen hebben zoals chronische peesklachten of een misvormd bot. Het is absoluut fout om kinderen op zo’n jonge leeftijd zoveel te laten trainen en zeker in één sporttak. Ik krijg in mijn praktijk voetballertjes van amper 9 jaar over de vloer die kampen met een overbelasting, zoals bijvoorbeeld een geïrriteerde achillespees of een ontstoken beenvlies. En zij zijn jammer genoeg geen uitzondering. Steeds meer jonge sportertjes moeten tegenwoordig behandeld worden. Naast voetbal zijn dat voornamelijk basketbal, handbal en gymnastiek. In deze sporten zijn het meestal de onderste ledematen die overbelast geraken en vaak gaat het dan om groeigerelateerde blessures. Als het bot te snel groeit en pezen en de spieren kunnen niet volgen, dan krijg je bijvoorbeeld knie- en hielletsels.

 

Het is de aanpak die totaal uit de hand is gelopen. Jonge sporters beschouwt men te gemakkelijk als volwassen topsporters. Vroeger trainden jonge voetballertjes van 10 jaar één keer per week, nu trainen ze drie keer per week en spelen ze nog een wedstrijd. Dit is niet vreemd voor een samenleving waar zowel ouders als trainers zich door prestatiedrang laten leiden. Men houdt er geen rekening mee dat jonge sportertjes in hun groeifase zijn, dat gewrichten, botten, spieren en pezen nog onvolgroeid zijn. In deze leeftijdsfase zijn er grenzen die voortdurend worden overschreden. Bovendien krijgen zij geen kans om te rusten. Trainingen gaan heel het jaar door. Tijdens de winter wordt in de sporthal op een harde ondergrond intensief geoefend en tijdens de vakanties worden er kampen en toernooien georganiseerd. Op geen enkel ogenblik krijgen sportertjes de kans om hun lichaam tot rust te laten komen. Het bijhouden van een groeicurve is noodzakelijk om na te gaan in welke mate kinderen en jongeren kunnen belast worden. Sport moet voor kinderen een spel blijven, een gezonde vorm van vrijetijdsbesteding. Er moet competitie zijn, dat is eigen aan sport, maar wel een gezonde en beheersbare competitie die aan de leeftijd is aangepast. De meest voorkomende botletsels die bij jonge sporters door overbelasting voor komen zijn:

 

·    Springersknie

Dit is een irritatie van de onderste knieschijfpees en wordt veroorzaakt door te   weinig basistraining, gevolgd door te veel springen, schoppen en lopen.

·    Scheenbeenpijn (shin splints)

Dit is een ontsteking van het beenvlies en wordt gezien als beginnende stressfractuur. Wordt meestal veroorzaakt door te weinig basistraining, gevolgd door teveel lopen op een harde ondergrond.

·    Ziekte van Sever

Dit is een pijn aan het hechtpunt van de achillespees aan het hielbeen, veroorzaakt door te weinig basistraining, gevolgd door te veel lopen en springen.

·    Wervelverschuiving (spondylolisthesis)

Dit is een verschuiving tussen twee wervels voor- en achterwaarts, veroorzaakt door overmatig buigen en strekken van de lage rug.

·    Wervelboogbreuk (spondylolyn)

Het gaat hier om een stressfractuur met eventueel een geheel of gedeeltelijk afbreken van de wervelboog. Wordt veroorzaakt door overmatig buigen en strekken van de lage rug.

 

Dr. Teulingkx geeft een aantal goede tips voor sportclubs om hun jonge spelertjes te sparen en niet verder te overbelasten. Hij zegt: ‘Het zou veel beter zijn om kinderen verschillende sporten tegelijk te laten beoefenen omdat ze zo een evenwichtiger lichaam kunnen opbouwen. Wie één sport beoefent, gebruikt systematisch dezelfde gewrichten en spiergroepen met kwetsuren als gevolg. Dr. Teulingkx wijst er op dat dit alleen kan als er op lokaal niveau door verschillende sportclubs wordt samengewerkt. Sportclubs proberen hun leden zoveel mogelijk aan zich te binden omdat ze dan meer lidgeld en subsidies opstrijken. Vaak opteren sportclubs bewust voor een strak trainingsschema zodat hun leden geen kans krijgen om een andere sport te beoefenen. Het ligt voor de hand dat de overheid dringend met sportartsen en sportclubs aan tafel moet gaan zitten om een halt toe te roepen aan de vernietigende werking van onverantwoord sporten bij kinderen en jongeren. Er is behoefte aan een compleet nieuw concept dat steunt op creativiteit, vrije tijdsbesteding, ontspanning en fysieke ontwikkeling zonder enige vorm van prestatiedrang en met behoud van gezonde competitie. Dit nieuwe concept moet gericht zijn op variatie en moet afwisseling bieden tussen actie en rust en in ieder geval gericht zijn op het bevorderen van de gezondheid, de fysieke, mentale en emotionele ontwikkeling van het kind. Een totale aanpak, zoals gebruikelijk in de complementaire gezondheidzorg, moet voorop staan. Een herziening van het subsidiebeleid is een onmisbaar instrument om deze wantoestanden bij te sturen. Blessures bij jongeren kunnen vermeden worden als men rekening houdt met de tips van Dr. Teulingkx. 

 

1.  Overdrijf niet met trainingsschema’s.

Drie trainingen per week is voor sportertjes rond 10 jaar te veel. Twee trainingen is zeker voldoende.

2.  Breng variatie in de trainingen.

In plaats van een veldtraining kan je met voetballertjes (of spelers uit een andere sporttak) ook leuke oefeningen doen in een zwembad of op de fiets.

 

3.  Belast jonge sportertjes zo weinig mogelijk met verre verplaatsingen.

Naar de andere kant van het land rijden voor één wedstrijd heeft geen zin.

4.  Wees alert voor symptomen die op blessures bij sportertjes kunnen wijzen.

Een kind toont dat immers niet altijd. Als een kind slecht slaapt, vermoeid of prikkelbaar is, kan dat wijzen op een mentale of fysieke overbelasting.

5.  Laat een kind dat overbelast is, lang genoeg rusten.

Voor kinderen is het heel moeilijk om te begrijpen dat ze wekenlang niet mogen sporten tot hun letsel genezen is, maar probeer hun dat toch duidelijk te maken.