Iedereen weet dat het drinken van zwarte thee vergelijkbaar is met het drinken van koffie. Het zijn ongezonde genotsmiddelen. Beide populaire dranken bevatten xanthine alkaloïden, die in de cafeïne aanwezig zijn en een stimulerende werking hebben op het centraal zenuwstelsel. Het is aangetoond dat koffie en zwarte thee slapeloosheid, hoofdpijn en het angstsyndroom veroorzaken. Koffie en zwarte thee verhogen eveneens de bloeddruk, hoewel sommige onderzoekers daaraan durven twijfelen. Koffie en zwarte thee verhogen de alertheid, verdringen de vermoeidheid op een onnatuurlijke wijze en beïnvloeden de werking van de pancreas, vooral de insulineproductie is er gevoelig voor. Tegenover dit bekende verhaal wordt groene thee als gezondheidsbevorderende drank aanbevolen, terwijl groene en zwarte thee van dezelfde plant is, namelijk de Camellia sinensis, met precies dezelfde schadelijke inhoudstoffen. Een vreemd en verwarrend verhaal dat de moeite loont om eens grondig op in te gaan. Er is niet alleen zwarte en groene thee, men heeft ook witte thee en oolongthee. Het gaat hier om de blaadjes van eenzelfde plant die op verschillende manieren worden verwerkt. De verwerking van zwarte thee bestaat uit verflensen (kneuzen), rollen, fermenteren en vuren of drogen. Groene thee wordt vaak ‘ongefermenteerde’ thee genoemd. De vers geplukte blaadjes worden verflenst en dan verhit om de natuurlijke fermentatie tegen te gaan die het blad doet ontbinden. De verhitting gebeurt eerst door het zonlicht en daarna door de blaadjes in hete pannen te leggen, op te scheppen terwijl ze zacht en vochtig worden en het natuurlijk vocht verdampt. Dit proces wordt verschillende keren herhaald tot de blaadjes dofgroen zijn en klaar zijn voor gebruik. In China zijn er theesoorten die niet gevuurd maar gestoomd worden. Witte thee wordt op zeer beperkte schaal geproduceerd in China en Sri Lanka. De nieuwe knoppen worden geplukt voor ze opengaan, verflenst en gedroogd. De gekrulde knopjes hebben een zilverachtige kleur en geven een zeer licht, strokleurig aftreksel. De Oolongthee wordt meestal ‘halfgefermenteerde’ thee genoemd en komt voornamelijk voor in China en Taiwan. Thee of koffie! In Azië wordt thee gedronken zoals in het Westen koffie, bij het eten of om de gezelligheid. Thee wordt daar niet gebruikt omwille van eventuele gezondheidsbevorderende effecten. Daar gebruikt men, net als in het Westen, geneeskrachtige kruiden voor. Veel van onze bekende en veel gebruikte geneeskrachtige kruiden komen uit het Oosten. Daarnaast beschikken zij over een zeer groot aanbod van allerlei geneeskrachtige kruiden die hier niet of nauwelijks bekend zijn. Het is vreemd dat men sinds een tiental jaren groene thee op de markt brengt als gezondheidsbevorderend middel terwijl het een genotsmiddel is. Er worden zoveel goede eigenschappen aan toegeschreven dat fabrikanten van cosmetica en voedingssupplementen het als grondstof in hun producten hebben opgenomen. De vermelding ’bevat groene thee’ doet immers verkopen. Laten we objectief, zakelijk en wetenschappelijk dit onderwerp nader bekijken. Van de vier soorten heeft groene thee de meest natuurlijke smaak. Groene thee wordt doorgaans meer gedronken in Azië, terwijl de zwarte soorten vooral geëxporteerd worden naar het Westen, vandaar ook de naam Engelse thee. Trouwens in Engeland en ook Ierland wordt ontzettend veel thee gedronken als alternatief voor koffie. Inhoudstoffen Thee bevat, zoals trouwens alle planten, inhoudstoffen. Bepaalde inhoudstoffen zijn schadelijk, andere hebben een genezende werking. Indien beide voorkomen, moet men de voordelen afwegen tegenover de nadelen. De schadelijke stoffen van groene thee vinden we terug in cafeïne. Omdat veel groene theedrinkers slaapproblemen krijgen, heeft men, net als bij koffie, een cafeïnevrije thee op de markt gebracht. Het verwijderen van cafeïne gebeurt door middel van een chemisch solvent en is zeker niet gezondheidsbevorderend. Zowel de zwarte als de groene thee bevat flavonoïden, dit zijn chemische stoffen met antioxiderende eigenschappen die de typische smaak en kleur geven.Thee bevat flavonolen zoals quercetine en kampferolie, en vooral flavonolen zoals catechines in groene thee en theflavines en thearubigines in zwarte thee. De laatste twee ontstaan door oxidatie van catechines. Wat de consument niet weet en wat ook niet in de informatie over groene thee wordt vermeld is dat de hier genoemde inhoudstoffen in veel hogere concentraties voorkomen in geneeskrachtige kruiden (zie kruidenchemie en het kruidencompendium) maar ook in voedingsmiddelen. Voedingsmiddelen eet men, in tegenstelling tot thee, in veel grotere hoeveelheden. Men hoeft dus geen zwarte of groene thee te drinken omwille van deze stoffen, die er eerder matig in voorkomen. Onderzoek Er wordt ontzettend veel beweerd, groene thee zou het cholesterol doen dalen, is zelfs goed tegen kanker, maar klopt dat ook allemaal! Patrick Mullie beschrijft een aantal onderzoeken. ‘Van Het Hof en medewerkers onderzochten gedurende vier weken de invloed van 900 ml groene thee op de oxidatie van het LDL-cholesterol bij 45 vrijwilligers. Ondanks de aanwezigheid van de flavonoïden bleek het LDL-cholesterol geen hogere weerstand tegen oxidatie te bezitten. De plasmaconcentratie aan theeflavonoïden bleek te laag te zijn om een antioxiderende activiteit te bezitten. McAnlis en medewerkers kwamen eveneens tot de vaststelling dat 600 mg thee per dag de plasmawaarden aan oxidantia niet deed stijgen en dat er geen bescherming was van de oxidatie van het LDL-cholesterol.’ Mullie zegt verder dat de resultaten van epidemiologische studies over de invloed van thee op het voorkomen van hart- en vaatziekten tegenstrijdig zijn. Sommige studies geven aan dat als thee in combinatie met appelen of uien wordt gedronken, er wel een effect zou zijn. Uiteraard omdat appels en uien rijk zijn aan flavonoïden en in grotere hoeveelheden aanwezig zijn dan in groene of zwarte thee. De meeste studies tonen aan dat bij het regelmatig drinken van thee er geen daling van het serumcholesterolgehalte optreedt. Bovendien is het bijzonder moeilijk om een mogelijke daling van de cholesterol aan te tonen gezien dit vaak familiaal bepaald is en dat het voedingspatroon en de levenswijze daar een grote invloed op hebben. Mullie besluit: ‘Een onderzoek uitgevoerd door Bingham en medewerkers op 31 mannen en 34 vrouwen gedurende vier weken met 6 kopjes zwarte thee per dag gaf geen enkele invloed op de bloedvetten.’ Uit deze onderzoeken kunnen we afleiden dat wat de werking betreft er nauwelijks een verschil is tussen groene en zwarte thee. Het verschil ligt enerzijds in de bewerking en anderzijds in de smaak. Voor de theedrinkers ligt het verschil alleen in de persoonlijke voorkeur. Zowel groene als zwarte thee heeft een minimale gezondheidsbevorderende werking die niet opweegt tegen de nadelen van cafeïne. Sommige onderzoekers willen de nadelen van cafeïne relativeren, terwijl deze door talrijke betrouwbare studies zijn aangetoond. Cafeïne zorgt voor innerlijke onrust De meeste mensen weten wanneer zij hun grens hebben overschrijden door te veel cafeïnerijke drank te gebruiken. Zij voelen zich in een kunstmatige toestand van alertheid. Onrust, een onverklaarbaar angstgevoel, de slaap moeilijk kunnen vatten, stuwingen naar het hoofd, verhoogde hartslag of hartritmestoornissen zijn de bekendste symptomen. Wat doet cafeïne? Het maakt niets uit of deze uit groene of zwarte thee of koffie afkomstig is. Uiteraard speelt de concentratie, de hoeveelheid en de frequentie een doorslaggevende rol. In de hersenen produceren we adenosine, een boodschapperstof zoals serotonine en vele andere. Deze stof wordt aangemaakt om de gevolgen van vermoeidheid tegen te gaan. Ze zetten zich vast op de zenuwcellen waardoor de celactiviteit afneemt en het lichaam in rusttoestand komt. Bij grote fysieke of mentale inspanningen worden enorm grote hoeveelheden van deze stof geproduceerd om de mens tot rust te dwingen zodat de vermoeidheid wegebt. Adenosine is het zandmannetje dat ons dwingt te rusten, waardoor eventuele schadelijke gevolgen van oververmoeidheid afnemen. Het is een prachtig mechanisme dat streeft naar rust en evenwicht. Cafeïne is de tegenspeler van adenosine omdat het de receptoren ervan verdringt zodat de zenuwcellen in zijn activiteit gestimuleerd worden, m.a.w. het organisme wordt vanuit een natuurlijke rusttoestand gebracht in een toestand van alertheid. Cafeïne verdringt de remmende werking van adenosine op de neuronen en spoort ze aan in werking te treden. De vermoeidheid verdwijnt niet maar wordt onderdrukt. Een vermoeid lichaam is door het drinken van thee of koffie in staat actief te zijn, maar dat is niet zonder gevaar. Bij het regelmatig drinken van cafeïnerijke drank ontstaat er een verslaving omdat er een strijd ontstaat tussen adenosine en cafeïne. Door het zelfregulerend mechanisme probeert het lichaam zich te herstellen, wat gepaard gaat men onaangename reacties, die de behoefte aan de onderdrukkende adenosine verhoogt. De bewering dat men van cafeïne helderder kan denken klopt inderdaad. Onder invloed van cafeïne blijven de ogen open, wat wijst op paraatheid. Vanzelfsprekend kan men dan beter denken. Hoewel het lichaam behoefte heeft aan rust. Lang heeft men gemeend dat cafeïne wateruitscheidende eigenschappen zou bezitten, maar dit wordt nu door iedereen ontkend. Cafeïne remt het antidiuretisch hormoon en voert via de nieren water af. Nu blijkt dat het uitgescheiden vocht zich snel normaliseert en er geen extra verlies is. Het Deutsche Gesellschaft für Ernährung heeft haar aanbevelingen herzien: cafeïnerijke drank wordt nu als vochtopname beschouwd. Voorzichtigheid is geboden Er is geen bezwaar tegen het matig gebruik van groene of zwarte thee of een kopje koffie, maar het blijft een genotsmiddel zonder gezondheidsbevorderende eigenschappen. Toch zullen een aantal mensen voorzichtig moeten zijn omdat zij de nadelige gevolgen sneller ondergaan. Besluit Hieruit kunnen we besluiten dat groene thee geen gezondheidsdrank is en niet thuis hoort binnen de natuurlijke gezondheidszorg, wat men ook mag beweren. De wijsheid van het Oosten toont ons de weg naar de waarheid. Wie zijn gezondheid wil bevorderen gebruikt, zowel in het Oosten als in het Westen, geneeskrachtige kruidenthee. Kruiden zijn zeer rijk aan flavonoïden, flavolen, fynolen en polyfenolen en nog vele andere geneeskrachtige stoffen die ook in voedingsmiddelen aanwezig zijn. Ze worden daar bioactieve stoffen, fytochemicaliën of supernutriënten genoemd. Het verwarrend en gecommercialiseerd verhaal van de groene thee toont de onmetelijke kracht aan van het lobbywerk en publiciteit. Een kracht die verblindend werkt en zoveel mensen op een verkeerd spoor zet. Het is de taak van iedere VGL-Consulent en gezondheidstherapeut om de zoekende mens de juiste weg te tonen, ook al is dat niet altijd gemakkelijk. De hulpvrager heeft recht op eerlijke en objectieve informatie. Geraadpleegde bronnen: Jean Pettigrew : Thee, Alle informatie voor de liefhebber Uitgeverij Librero Hedel, 1988 Patrick Mullie : Functionele voedingsmiddelen, Uitgeverij Acco Leuven, 2003 Lyndel Costain : Handboek Supernutriënten, Uitgeverij Trion Baren, 2001 Regina Naumann : Ein Hoch auf die Koffietasse! Gesund Leben, Stern 5/2006 Claus Leidsman : Bioactieve Substanzen in Lebensmittel, Hippokrates Verlag Stuttgart, 1995 Claus Leitzmann : Van nature gezond met bioactieve stoffen, Het Spectrum, 1998
Het verwarrende verhaal van groene thee