Het DNA of het erfelijk materiaal bepaalt onze fysieke en psychische eigenschappen. Onze persoonlijkheid, temperament en gedrag zijn er afhankelijk van, maar ook onze immuniteit en de vatbaarheid voor ziekten. Dat betekent niet dat wij voorgepro-grammeerde robotten zijn of slaafs handelen, maar wij houden er wel steeds meer rekening mee. Het is belangrijk dat wij vanuit ons aangeboren temperament onze persoonlijkheid accepteren, bijsturen en verder ontwikkelen. In het verleden is men ervan uit gegaan dat de mens zichzelf kan bepalen door opvoeding, persoonlijk-heidsvorming en trainingen. Zo heeft men met de beste bedoelingen kinderen en jongeren in een bepaalde richting gedreven, ten koste van hun eigenheid. Veel mensen klagen nu nog steeds over hun mislukte opvoeding, zowel thuis als op school. Persoonlijkheidsanalyse is een methode waarbij men het aangeboren temperament bepaalt aan de hand van uiterlijke kenmerken, eigenschappen en structuren. Zo is het mogelijk om cliënten individueel te begeleiden of patiënten te behandelen. De epigenetica toont aan dat we bepaalde genen kunnen bijsturen. (zie: www.europeseacademie.be).

Nutrigenetica
Nutrigenetica is gericht op het leggen van verbanden tussen voeding en genetische aanleg. Voedingsdeskundigen weten wat algemeen als gezondheid mag beschouwd worden. Toch merken we dat mensen vaak gezonde voedingsmiddelen niet graag eten of niet kunnen verdragen. Het wordt steeds duidelijker dat er een invloed is vanuit onze genen. Er komt een tijd dat men aan de hand van een gentest een individueel dieet kan bepalen. Wij merken dat sommige mensen weinig of geen last hebben bij het eten van ongezond voedsel zoals fastfood en ook hun lichaamsgewicht op pijl houden. Voor de rest van hun leven voelen zij zich fit en gezond terwijl anderen bij de minste fout of zelfs bij gezonde voeding aankomen.

Men stelt vast dat mensen die zich gezond voeden met veel fruit en groenten toch een tekort kunnen hebben aan vitaminen, mineralen of andere belangrijke nutriënten of aan een te hoog cholesterol lijden. Bij het drinken van koffie gaat bij de ene de bloeddruk meteen omhoog, men voelt het hart bonzen en men kan de slaap niet vatten terwijl anderen daar geen last van hebben. Deze mensen beschikken over een gen dat er voor zorgt dat een enzym geactiveerd wordt zodat de cafeïne snel het lichaam verlaat. Hetzelfde kennen wij bij het drinken van alcohol of een betere verdraagzaamheid van grote hoeveelheden zout zonder dat dit invloed heeft op de bloeddruk. Wij hebben de neiging deze mensen te benijden, maar dat hoeft niet. Zij beschikken over genen die onvoldoende zijn gericht op het controlesysteem en dat is niet zonder gevaar. Vroeg of laat zal de grote koffiedrinker last krijgen van hart- en vaatziekten, slapeloosheid en andere aandoeningen. Er zijn slechts 0,3% van de genen die voor deze individuele uitzonderingen zorgen. Voor 99,7% wordt een gezond voedingspatroon nog steeds door onze genen bepaald.

 

DNA is onze natuur
De anatomie en de fysiologie van ons verteringsstelsel zijn genetisch bepaald. Tijdens onze lange evolutie van primaat naar homo sapiens is ons lichaam voortdurend veranderd, terwijl het verteringsstelsel nog alle kenmerken bezit van fructivoren of vruchteneters. Tienduizend jaar geleden werd de landbouw ontwikkeld, dat betekent dat we ons al zolang met granen voeden en toch hebben we nog steeds geen enkel kenmerk van een granivoor zoals een snavel, een krop, een dubbele maag enz. Nog altijd zijn er mensen die gevoelig zijn voor gluten uit de granen. Op een kleitafeltje uit de Babylonische tijd staat een ziekte beschreven die alle kenmerken heeft van suikerziekte. Onderzoekers leggen de oorzaak van deze ziekte op de overschakeling op graanvoeding.

 

Spontane mutaties
Toch zijn er spontane mutaties opgetreden. De Westerse mens is in staat om als volwassene melk en melkproducten te consumeren. In Zuid-Oost-Azië verdraagt 98% van de bevolking geen melk omdat zij lijden aan lactose-intolerantie. 7.500 jaar geleden is de Europeaan erin geslaagd om spontaan een genmutatie tot stand te brengen. Ook in Europa komt lactose-intolerantie voor, opvallend meer in de zuiderse landen en minder in de noordelijke streken. In het noorden was men eeuwenlang meer aangewezen op het gebruik van melkproducten terwijl in het zuiden een rijkere gevarieerde voeding voorhanden was. Onderzoekers stellen vast dat 3 op de 10 mensen niet in staat zijn om de fructose uit fruit en bessen voldoende snel uit de darm te absorberen waardoor deze overgaan in gisting en voor een opgezette buik en darmkrampen zorgen. Genetici zijn ervan overtuigd dat overgewicht wel degelijk een genetisch probleem is. Men heeft honderd mutaties gevonden die betrokken zijn bij overgewicht.

 

Geen excuus

Het is al te gemakkelijk om alle schuld bij de genen te leggen. Indien men genetisch aanleg heeft tot overgewicht, heeft men er alle belang bij om extra goed op zijn voedingspatroon te letten en voldoende te bewegen. Dat geldt trouwens voor alle erfelijke ziekten of gevoeligheden. Ons huidig voedingspatroon stemt helemaal niet overeen met ons DNA. Ons verteringsstelsel is niet gemaakt om gekookt of verwerkt voedsel te eten, nog om meerdere voedingsmiddelen samen te voegen. Veel mensen hebben verleerd om rauw voedsel te gebruiken zoals vers fruit, bessen, water-vruchten, zachte zaden, pitten en noten. Onze voedingscultuur is zo diep ingeworteld dat gekookt en verwerkt voedsel haast onmisbaar is geworden. Wij zijn zo vertrouwd geraakt aan deze smaken en aroma’s dat we het als vanzelfsprekend vinden. Het verteringsstelsel is bij veel mensen zodanig verzwakt dat zij niet meer in staat zijn om rauw voedsel te verwerken. Na een grondige darmsanering is men meestal in staat om weer rauwkost te verteren. Wie uitsluitend rauw eet, heeft 50 à 60% minder voedsel nodig en belast daardoor zijn verteringsstelsel opvallend minder. Wij doen er goed aan om iedere dag een zekere hoeveelheid rauw voedsel te gebruiken.

 

Genetisch manipulatie
De genetica heeft de mogelijkheid geschapen om dier en plant genetisch te manipuleren en dat is niet zonder gevaar. De voedingsgewassen hebben een trage evolutie ondergaan die door teelttechnieken andere eigenschappen hebben aangeno-men terwijl genetische manipulatie voor indringende veranderingen zorgt waarvan de gezondheidseffecten op langere termijn niet bekend zijn.

Er worden gentesten aangeboden, maar die zijn nog te vaag, te algemeen en onbetrouwbaar. ‘Terug naar de natuur’ betekent terug naar ons DNA. Op weg naar een gezonde voedings- en levenswijze laten we ons het best leiden door ons DNA met zijn drie miljard elementen, een berg van informatie waar we best rekening mee mogen houden.