Van alle huisdieren heeft de hond zich het best geïntegreerd of om het anders uit te drukken, de hond voelt zich thuis in een menselijk milieu. Sommige antropologen en dierenrechtenorganisaties betwijfelen of dit wel de juiste methode is. Weer anderen zijn van mening dat dit een evolutionair proces is dat men niet meer kan terugschroeven. Voor een groot deel heeft de hond er zelf voor gekozen in tegenstelling tot de kat die veel trouwer is gebleven aan de eigen natuur. Dit betekent nog niet dat de hond zich moet gedragen naar de menselijke grillen. Een hond heeft het recht zichzelf te zijn en te blijven. Kiest een hond voor een vertrouwensband met zijn baasje en geeft hij een deel van zijn vrijheid op in ruil voor een goede verzorging en hechte vriendschap, dan kan men daar weinig tegen inbrengen.
De hond heeft zich voortdurend aangepast aan het leven van de mens. De hond is aan het vermenselijken. Zo heeft hij een hele reeks blafgeluiden ontwikkeld om tot communicatie te komen met zijn baas. De pekinees kan net als een mens glimlachen met ontblote tandjes. De hond heeft zijn scala van blafgeluiden enorm uitgebreid, van huilen tot janken over knorren. Een typisch menselijke adaptatie. De hond kan beter dan een aap de menselijke mimiek en gebaren nabootsen. Door zijn lange domesticatie staat de hond verder dan ooit van zijn voorouder: de wolf, af.
De hond heeft in de loop der eeuwen zich de sociaal-cognitieve vaardigheden van zijn baas meester gemaakt. Het is al eerder aangetoond dat dieren gevoelens uiten zoals gevoelens van angst, onzekerheid, nervositeit, maar ook gevoelens van tevredenheid, jaloersheid, gehechtheid en ontgoocheling. Het is ook bekend dat dieren een veel sterkere psychische weerstand hebben dan de mens en gemakkelijker weten om te gaan met negatieve gevoelens. Omdat de hond in nauw verband leeft met zijn baas en de hele familie is er een opvallende uitwisseling van gevoelens. Een hond observeert de gevoelens van mensen uit hun omgeving. Ze zullen meer aanhankelijker zijn bij bepaalde personen en afstandelijker bij anderen. Ze zullen de ene persoon vertrouwen, de andere wantrouwen. Honden weten precies wat mag en niet mag, wat kan en niet kan.
Een hond kent het geluid van de auto van zijn baas en hoort die al van heel ver afkomen. Hij verheugt zich op zijn thuiskomst en treurt om zijn afwezigheid. Honden volgen het doen en laten in een gezin en zorgen dat ze er zoveel mogelijk bij betrokken worden. Een hond weet precies wanneer het baasje met hem gaat wandelen en zou hij het vergeten, zal de hond hem daar aan herinneren. Honden zijn heel nauw betrokken bij het menselijk leven en daarom lijkt het ook logisch dat hij voor een stuk vermenselijkt. Mensen zijn bovendien ook heel erg gehecht aan hun hond. Er wordt vaak een onafscheidelijke band gesmeed en de vriendschap kan wederzijds heel ver gaan. Het is vreemd dat hondenliefhebbers niet per definitie vegetariër zijn. Zij weten beter dan wie ook wat een dier is en zijn vertrouwd met de diepere gevoelens van dieren en toch blijven ze zonder blozen vlees eten. Het varken, het kalfje, de koe, het schaap of het konijn mag dan minder in het menselijk leven zijn geïntegreerd, ook zij hebben gevoelens net als een hond of een kat. In tegenstelling tot de hond beseffen zij niet dat de mens hun alleen maar uit winstbejag verzorgt om ze zo snel mogelijk als koopwaar naar de slachtbank te voeren. Zij leven alleen maar om gedood te worden. In tegenstelling tot de hond hebben zij een gruwelijk levenslot.