• Bij de vele congressen en workshops die ik heb georganiseerd, viel het me telkens op dat het thema rond darmproblemen het drukst werd bezocht. Altijd was de zaal te klein door een te grote toestroom. Dat is niet vreemd gezien ontzettend veel mensen klagen van verteringsproblemen, darmgassen, darmkrampen, diarree, obstipatie, darmontsteking terwijl darmkanker steeds meer voorkomt. Een slecht werkende darm ligt aan de basis van talrijke ziekten. Gezien de belangrijkheid van dit onderwerp gaan we er dieper op in met een extra lang artikel.

 Alle ziekten beginnen in de darm
Hippocrates heeft al gezegd; ‘Alle ziekten beginnen in de darm.’ een uitspraak die door de moderne geneeskunde wordt bevestigd. Een slecht werkende darm is een vervuilende darm, verkort de levensverwachtingen en ligt aan de basis van obesitas, vaak al bij kinderen, maar ook diabetes en lever-, hart- en vaatziekten zijn gerelateerd aan de darm. Het is minder goed bekend dat een vervuilde darm een negatieve invloed heeft op het gedrag en aan de basis ligt van depressie, agressie, verhoogde prikkelbaarheid, psychische stoornissen en psychiatrische klachten. Er zijn onderzoekers die een verband leggen tussen een vervuilde darm en autisme, posttraumatisch stressstoornis, schizofrenie, een verhoogd risico op dementie en de ziekte van Alzheimer. Uiteraard spelen ook andere factoren een rol zoals genetische aanleg, milieuvervuiling, maatschappelijke druk, de digitalisering en het verstoord levensritme.

Darm-hersen as
Sinds enige tijd spreken wetenschappers over de darm-hersen as omdat er een verband is ontdekt tussen de darm en hersenen en omgekeerd. De darm-hersen as wordt in de medische literatuur ook ‘darm-breinconnectie’ genoemd. Deze nieuwe wetenschappelijke kennis bevestigt dat een goedwerkende darm wel degelijk bepalend is voor onze gezondheid en opent nieuwe mogelijkheden in de strijd tegen fysieke ziekten en psychische en psychiatrische aandoeningen, maar ook tegen neurologische aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson, Alzheimer en MS (Multiple sclerose). Deze nieuwe inzichten zorgen voor mogelijkheden om pijn bij de lijdende mens te verzachten of te genezen op voorwaarde dat men bereid is om zijn darm te saneren door het voedingspatroon en levenswijze aan te passen. Dat lijkt moeilijk, maar dat is niet zo. Ieder genezingsproces begin bij inzicht.

Oorzaken
Er zijn meerdere oorzaken die aan de basis liggen van darmproblemen zoals genetische of familiale belasting, een zwakke maag of maagproblemen, het gebruik van voedsel dat niet echt bestemd is voor de mens en het verteringsstelsel belast, maar ook stress en onrust behoren tot de belangrijke oorzaken omdat we alleen in rusttoestand kunnen verteren. Het verteringsstelsel wordt gestuurd door het parasympatisch zenuwstelsel en dat heeft een afremmende en rustgevende werking. Iedereen weet dat bij stress of spanningen de eetlust geheel wegvalt. Vroeger waren er rituelen die een maaltijd inleiden zoals het gebed voor het eten, een gezellige ontmoeting aan tafel waar ouders en kinderen gezamenlijk een maaltijd gebruikten. De snelle hap, vaak rechtstaand op de hoek van de straat of voor het computerscherm is niet bevorderend voor een goede vertering. Het woord ‘maaltijd’ is al zeer oud en verwijst naar de tijd om met de maaltanden het voedsel, vooral graanvoeding traag maar goed te malen en te kauwen. Tijdens het kauwen op zetmeelrijk voedsel vindt er al in de mond een eerste voorvertering plaats. Ptyaline is een enzym dat zetmeel afbreekt waardoor het in de maag en later in de darmen definitief wordt afgebroken.

Stress
Er is een duidelijke parallel te trekken tussen stress en darmproblemen. Bij stress domineert het sympathisch zenuwstelsel dat een activerende werking heeft en het hele organisme op een versneld tempo brengt. Het sympathisch en het parasympatisch zenuwstelsel zijn antagonisten met een tegengestelde werking. Als beide in evenwicht zijn, zorgen ze voor een goede vertering. Het niet respecteren van voedingsregels waarbij diverse ingrediënten door elkaar worden gegeten en voor slechte voedselcombinaties zorgen, ligt aan de basis van gisting en rotting in de darmen. Eiwitrijk voedsel gaat over in rotting en zetmeelrijk voedsel in gisting. Hierdoor wordt de darm niet alleen belast, maar heeft een ongunstige invloed op de darmflora of microbioom. De darmflora is bepalend voor een goede immuniteit en wapent ons tegen infectieziekten.

Supermarktvoeding
Onderzoekers spreken over ‘supermarktvoeding’ met hun talrijke voedingsadditieven of E-nummers. Er zijn 385 E-nummers in de EU toegestaan die haast allemaal bijwerkingen hebben waarvan een groot aantal de darm belasten. De supermarktvoeding bevat geen ballaststoffen en is zodanig fijn van structuur dat men er niet op kan kauwen. De voorvertering in de mond, die toch belangrijk is bij zetmeelrijk voedsel valt volledig weg. Supermarktvoeding mist de essentie van wat we menselijk voedsel noemen, is ontoereikend om een gezonde darmwerking te garanderen en werkt verslavend. Volgens een aantal voedingsdeskundigen werkt dit soort voedsel even verslavend als cocaïne. De supermarkten slagen erin om hun klanten aan te zetten om steeds meer te consumeren en dat betekent steeds meer te kopen. Trouwens, de winkelkarren zijn de laatste tien jaar aanzienlijk groter geworden in afmeting. Omdat het verteringsrendement laag ligt, is men verplicht om grote hoeveelheden te eten en overgewicht is hiervan een direct gevolg. Supermarktvoedsel wordt omschreven als ‘hongerstillers’ die slechts voor een korte tijd de honger onderdrukt en daarna weer honger oproept.

Toegevoegde suiker
Het massaal gebruik van toegevoegde suikers in voedingsproducten, gebak, frisdrank, snoep, maar ook in groentegerechten zorgt voor gisting in de darm met een opgezette buik en winderigheid als gevolg. De moderne voeding komt uit de fabriek en ondergaat mechanische en thermische productieprocessen en zitten maanden, soms meerdere jaren in de verpakking opgesloten. De vervaldatum geeft alleen aan dat de werking van de toegevoegde conserveringsmiddelen ten einde loopt en dat het risico op bederf toeneemt. De vervaldatum zegt niets over de kwaliteit van het voedsel die uiteraard afneemt vanaf het moment van de verpakkingsdatum. De overheid zou de voedingsproducenten moeten verplichten om de productiedatum op het etiket te vermelden zodat de consument eraan herinnerd wordt dat zijn voedsel al oud is en iedere vorm van versheid mist. De versheid bepaalt de kwaliteit.

Gebrek aan tijd
Een andere belangrijke oorzaak is het gebrek aan tijd, mensen hebben geen tijd meer om te eten of maken er geen tijd meer voor vrij. Foodtrucks, frietkoten, eethuisjes en afhaalpunten maken het de consument gemakkelijk om snel kant en klaar voedsel aan te schaffen. Het ontbreekt aan inzicht in de voedingsleer en het verteringsstelsel dat aan de basis ligt van een verkeerd voedingspatroon met verteringsproblemen als gevolg. Men schijnt niet te weten dat de snelle hap, fastfood, stress en spanningen aan de basis liggen van verteringsproblemen en darmklachten. De overheid en voedingsvoorlichtingsbureaus komen met allerlei informatie over voeding, maar houden er geen rekening mee dat de consument vreselijk ver is afgedwaald van wat een gezonde voeding is. Men steekt blindelings en kritiekloos alles in de mond wat als voedsel verkocht wordt zonder zich de vraag te stellen of dat gezond is. Er zijn ook mensen die dat niet willen weten en sluiten hun ogen voor iedere informatie over gezonde voeding.

Onbetaalbare gezondheidszorg
Volksgezondheid is het duurste departement en het meeste geld opslorpt. De wachtlijsten bij huisartsen en ziekenhuizen groeien aan, de gezondheidszorg kan de stroom van hulpzoekers niet aan. De hulpzoeker beseft niet dat hijzelf voor een groot deel verantwoordelijk is voor zijn gezondheidsproblemen. Nochtans zijn darmklachten onaangenaam en zorgen ze vaak voor pijn en ongemak. Er is dringend behoefte aan goede informatie. Het lijkt wel of de overheid en gezondheidscentra het niet aandurven om drastische maatregelen te treffen, nochtans zijn die dringend nodig. Een voedingspatroon is vaak verbonden aan tradities, smaak en voorkeur. Voor de meeste mensen is voeding erg persoonlijk, dat merken we al bij kinderen die zich niet laten dwingen. Als kinderen een afkeer hebben voor bepaalde voedingsmiddelen dan heeft dat vaak te maken met het feit dat ze bepaalde enzymen nog niet of onvoldoende aanmaken waardoor de vertering moeizaam verloopt. Bepaald soort voedsel en vooral bepaalde smaken zijn vaak verbonden aan herinneringen. Nergens smaakten de pannenkoeken zo goed als bij grootmoeder. Kersen, direct aan de boom geplukt, smaken anders dan die men in de winkel koopt. De versheid van een voedingsmiddel is bepalend voor zijn smaak en kwaliteit. In de supermarktvoeding vinden we overwegend verwerkt voedsel met toegevoegde en versterkte smaakstoffen waardoor veel mensen vervreemd geraken van natuurlijke smaken.

Veiligheidssystemen
Het menselijk lichaam telt talrijke ingebouwde veiligheidssystemen. Ogen, neus en mond staan boven elkaar en controleren het voedsel voor we het in de mond steken. Bij het zien en ruiken van voedsel merken we of het vers of bedorven is en bij het proeven krijgen we via de smaakpapillen op de tong de bevestiging. Net voor het inslikken is er nog een extra controle op de slokdarm zodat we bij twijfel of bederf het kunnen uitbraken. Omdat voedsel uit de buitenwereld komt, beschikt het menselijk lichaam over talrijke ingebouwde veiligheidssystemen. Smaken hebben diverse doelen, ze controleren of het voedsel voor de mens bestemd is en als dat zo is, verhogen ze de aantrekkingskracht van het voedsel en zorgen voor een betere vertering. Natuurlijke smaakstoffen zijn meestal gecombineerd met geurstoffen of aroma’s. Er zijn vier smaken: zuur, zoet, bitter en zout. De Japanners hebben sinds 1906 er een vijfde smaak toegevoegd namelijk ‘umami’ wat ‘hartig’ betekent. Het is geen smaak, maar een smaaknuance zoals we ook zoetzuur of bitterzoet kennen, maar er zijn nog meer smaaksensaties en smaakbelevingen.

Peper en zout
Tijdens het bereiden van voedsel gaan de natuurlijke smaak- en geurstoffen verloren en worden meestal vervangen door peper en zout. Peper bevat peperine, een stof die het zenuwstelsel prikkelt. Bij een te veel toegevoegde peper aan het voedsel is, begint men vaak te zweten om deze stof zo snel mogelijk uit te scheiden. Peper zorgt voor een prikkelende reactie op de darm. Zout heeft de eigenschap vocht vast te houden en dat is een belasting voor de nieren en verstoring van de waterhuishouding. Er zijn nochtans talrijke keukenkruiden die voor heerlijke smaken en geuren zorgen en het voedsel beter doet verteren. Kruiden maar ook gezonde voeding hebben een gunstige invloed op de waterhuishouding door de grote aanvoer van voldoende kalium en een beperkte hoeveelheid natrium (zout). Kalium scheidt vocht uit terwijl natrium het vasthoudt. Een goede natrium/kalium verhouding is belangrijk, zeker door het toevoegen van zout aan voedingsproducten als goedkoop bewaringsmiddel. In een restaurant staat altijd zout en peper op tafel omdat de meeste gasten extra zout aan hun gerecht toevoegen. Een zoutloos dieet wordt verplicht bij hart- of nierproblemen en is een zware dieetregel.

Overgewicht
Overgewicht is vaak een vochtprobleem. Vooral personen die moeilijk afslanken, lijden aan vochtophoping. Vet kan men door fysieke inspanningen verbranden, maar dat kan niet met water. Mensen die hun emoties moeilijk uiten, houden bijna altijd te veel vocht vast. Dat is genetisch vastgelegd en komt vooral voor bij mensen met een introverte persoonlijkheid, wat ook het mollige type wordt genoemd. Nochtans zijn er voedingsmiddelen met een uitstekende natrium/kalium verhouding. 100 g banaan bevat 1 mg natrium en 382 mg kalium. Bij zuurkool is dit omgekeerd, daar bevat 100 g zuurkool 355 mg natrium en slechts 288 mg kalium omdat tijdens de bereiding grote hoeveelheden zout worden toegevoegd om het water te onttrekken tijdens het fermentatieproces, maar ook als bewaarmiddel. Overgewicht is een oud zeer, maar neemt de laatste jaren sterk toe, ook bij kinderen en jongeren. Er is geen onderwerp waarover zoveel boeken zijn geschreven en waar een blijvend resultaat nauwelijks merkbaar is. Alle afslankboeken beloven een snelle gewichtsreductie en dat lukt meestal, maar van een blijvend resultaat is er geen sprake. Wie gedurende een bepaalde periode een caloriearm dieet volgt, slankt meestal af tot op het moment dat men op het oude voedingspatroon terug overschakelt. De uitdrukking: ‘Afslanken kent een zwaar einde!’ bevestigt dit. Het jojo-effect is hier niet vreemd aan. Afslankconsulenten maken de grote fout door alles te reduceren tot het caloriegebruik. Een gezonde voeding zorgt voor een gezonde darmwerking en een normaal lichaamsgewicht. Door een ongezonde voeding, het gebruik van frisdrank, voedingsproducten met toegevoegde suiker, vetrijke voedingsproducten, zwarte chocolade enz. en door een gebrek aan beweging worden er meer calorieën aangevoerd dan verwerkt. Een overschot aan calorieën zorgt voor overgewicht, dat lijkt logisch.

Homotoxines
Door een ongezonde voeding- en levenswijze vervuilen we de darm, o.a. door een onregelmatige en vooral onvolledige ontlasting en hopen er zich te veel feces in de darm op. In de warme, vochtige darm groeien slechte bacteriën snel en zorgen voor een vervuilde en zieke darm. Daardoor produceren we te veel lichaamseigen gifstoffen, ook homotoxines genoemd. Deze homotoxines verspreiden zich via de bloedbanen en vergiftigen het lichaam. Op dergelijke kritische ogenblikken treden er alarmsystemen in werking. Het lichaam houdt vocht vast om te beletten dat de homotoxines in te hoge concentratie komen en nog meer schaden aanrichten. Het vasthouden van overtollig vocht heeft niet alleen invloed op het lichaamsgewicht, maar belast ook de nieren en het hart. Het is immers de taak van het hart om de nodige energie te leveren zodat de nieren het overtollige vocht kan afscheiden. Als we vocht vasthouden door een vervuilde darm of weefsels is dit een directe belasting voor het hart en de bloedvaten.

Dikke darmkanker
Dikke darmkanker is een kwaadaardig gezwel in de dikke darm. Laten we even de anatomie van de darm nader bekijken. De dunne darm sluit aan op de blindedarm, verder is er het opstijgende, het dwarslopende en het dalend deel dat aansluit op de endeldarm en de anus. Het risico op darmkanker verhoogt met de leeftijd en komt vaker voor na 50 jaar, maar soms ook op jongere leeftijd. De meeste darmkankers ontstaan uit darmpoliepen die meestal goedaardig zijn, maar kunnen uitgroeien tot een kwaadaardig gezwel. Bepaalde chronische darmontstekingen zoals de ziekte van Crohn of collitis ulcerosa verhogen het risico op darmkanker. Als darmkanker in de familie voorkomt, is er eveneens een verhoogd risico. Fecesonderzoek kan darmkanker vroegtijdig opsporen, ook de huisarts kan u behulpzaam zijn. Als darmkanker aanwezig is, zijn er heel wat oncologische mogelijkheden tot behandeling, maar laat het zover niet komen.

Leren luisteren naar het lichaam
Bij een te veel aan homotoxines probeert het lichaam uit veiligheidsoogpunt meer vet aan te maken om deze overtollige gifstoffen daarin veilig op te slaan. Zo hebben ze geen verdere invloed op de andere organen en weefsels. Het nadeel is dat een te veel aan vet voor overgewicht zorgt. Dierlijk vet bevat cholesterol dat de aders doet dichtslibben en de bloeddruk doet verhogen. Uiteraard zorgt een te veel aan dierlijk vet voor een belasting van de lever en zorgt voor overgewicht. Een vervuilde darm is een belangrijke oorzaak van overgewicht en talrijke andere ziekten. Ons lichaam vertelt alles wat we fout doen, wat niet goed is voor onze darmen en gezondheid, maar helaas luisteren de mensen niet. In plaats om zich af te vragen waarom men buikpijn heeft, maag en darm onrustig zijn of met een opgezette buik blijven rondlopen, slikt men liever een medicijn. In een tijd waar zoveel aandacht gaat naar milieuvervuiling, kan men toch even stil blijven staan bij de inwendige vervuiling die vanuit de darm ontstaat.