42-1611043042-1652051142-16856858ks75952

Wachten op het verzadigingsgevoel

waarom mensen te veel eten!

 

De drang naar voedsel is een instinctieve drang dat hoort tot de lagere of de primaire gevoelens. Zonder eten is leven niet mogelijk, vandaar dat onze hersenen uitgerust zijn met een hongercentrum. Als de maag leeg is of de bloedsuikerspiegel daalt onder zijn normale waarde, ontstaat er een sterke behoefte aan eten. Het is een vervelend gevoel dat vaak wordt uitgedrukt met de woorden: ik scheur van de honger of ik ben scheel van de honger. Het hongergevoel is verbonden met de instinctieve drang naar overleving. Sommige mensen hebben het zo druk dat ze deze sterke drang naar voedsel onderdrukken en vergeten te eten. Ook stress, verdriet en andere negatieve emoties onderdrukken het hongergevoel en veroorzaken een gebrek aan eetlust.

 

Tegenover het hongercentrum staat het verzadigingscentrum, beide centra werken als antagonisten, d.w.z. ze houden elkaar in evenwicht. Als we aan een rijk gevulde tafel zitten en met begerige ogen naar de gerechten kijken, komt het water in de mond. Het zien en het ruiken van voedsel brengt de werking van de speekselklieren en de maag- en darmklieren op gang en stimuleert de maag- en darmbeweging. Dit wijst er op hoe onze zintuigen verbonden zijn met het spijsverteringsstelsel. Toch merken we dat er op zeker ogenblik een verzadigingsgevoel optreedt waardoor de behoefte aan voedsel volledig afneemt. Als we suikerrijk voedsel zoals fruit langzaam eten, dan treedt er snel een verzadiging op doordat de bloedsuikerspiegel begint te stijgen. Als we trage suikers gebruiken zoals zetmeel uit brood, pasta, gebak of aardappelen, stijgt de bloedsuikerspiegel uiterst traag omdat deze complexe suikers heel langzaam worden afgebroken tot dubbele en nadien tot enkelvoudige suikers. Door de trage stijging van de bloedsuikerspiegel wordt er geen signaal doorgegeven aan het verzadigingscentrum en treedt er bijgevolg geen verzadiging op. Pas als de maag meer dan gevuld is met voedsel en uitzet, reageert het verzadigingscentrum. Vandaar dat veel mensen te veel eten door het uitblijven van dit signaal. De uitgezette maag vraagt meer voedsel en zet zich daardoor verder uit waardoor het verzadigingsgevoel steeds langer uitblijft.

 

Onder voedingsdeskundigen zijn er nogal wat meningsverschillen. Zo wordt door sommigen een zetmeelrijke voeding aangeprezen juist omwille van de traag afbrekende suikers. Wie een traditioneel ontbijt neemt met belegde boterhammen, ontbijtkoeken of graanvlokken heeft heel de voormiddag nodig om het zetmeel af te breken tot enkelvoudige suikers. Het duurt immers drie à vier uren eer de maag leeg is en al de suikers zijn vrijgekomen. Dit is een belasting van het spijsverteringsstelsel en vooral van de pancreas en de suikerstofwisseling. Suikerziekte is een zeer oude ziekte die bij de eerste boeren meer tienduizend jaar geleden al bekend was. De grootschalige consumptie van graanvoeding werd pas mogelijk op het ogenblik dat de mens de granen zelf ging verbouwen. Door een trage suikervertering wordt het eerste signaal van het verzadigingscentrum onderdrukt en moet men wachten tot de maag gevuld is en begint uit te zetten.

 

Begint u de dag met een fruitontbijt, dan worden de enkelvoudige suikers onmiddellijk vrijgegeven en opgenomen. Er is geen verteringsenergie nodig, geen belasting van de spijsvertering of van de pancreas. Omdat deze enkelvoudige suikers snel in het bloed terecht komen, stijgt de bloedsuikerspiegel en wordt meteen het verzadigingscentrum ingeschakeld. U kunt zelf de proef doen. Neem een appel, snijdt die in dunne schijfjes of blokjes en eet deze langzaam op. U bent met zo een appel wel een tijdje bezig, maar zodanig verzadigd dat u geen tweede appel binnen krijgt. U zult de opmerking maken dat u na een uur opnieuw honger hebt. Dat is logisch omdat uw lichaam gewoon is volgepropt te worden met traag afbrekende suikers uit zetmeelrijke voeding. Uw bloedsuikerspiegel reageert onstabiel, dat is een tijdelijk verschijnsel en geldt alleen bij de overschakeling van een traditioneel ontbijt naar een fruit ontbijt. Door de dag met een fruitontbijt te beginnen, versterkt u uw suikerstofwisseling en wordt uw bloedsuikerspiegel gestabiliseerd en heeft u minder behoefte aan grote hoeveelheden voedsel.

 

Duizenden mensen hebben mijn advies gevolgd en zijn overgeschakeld op een fruitontbijt en schakelen regelmatig een fruitmaaltijd in of eten tussendoor wat fruit. Zij eten opvallend minder zetmeelrijke voeding zoals brood, deegwaren, rijst, aardappelen en peulvruchten. Hun honger- en verzadigingscentrum werd er door genormaliseerd, het spijsverteringsstelsel versterkt en wordt vooral de suikerstofwisseling hierdoor minder belast. U zult opmerken dat in alle sportboeken zetmeelrijke voeding wordt aanbevolen. Bij uithoudingssporten kan het nuttig zijn om over trage suikers te beschikken omdat de spieren gedurende een langere periode intens gebruikt worden. Tijdens het sporten is er een voortdurende behoefte aan suikers. Extreme sporten beoefenen heeft niets te maken met een natuurlijke levenswijze met bijbehorende gezonde voeding. In normale omstandigheden is de mens beter gediend met enkelvoudige suikers dan met zetmeel. Uitzondering hierop is het slanke sportieve type dat voortdurend in beweging is. Zij die tot dit type behoren kunnen niet zonder zetmeelrijke voeding, zij hebben vulling nodig. Zetmeel heeft de eigenschap om vocht vast te houden, vandaar dat ik magere mensen altijd zetmeelrijke voeding aanbeveel. Mollige mensen doen er echter goed aan weinig zetmeel te gebruiken.