Gastronomie betekent haast letterlijk een feest voor het verteringsstelsel. Meestal worden nergens zoveel voedingsregels overtreden dan in gastronomische middens. Laten we even ingaan op het ethisch aspect en verwijzen naar de martelpraktijken en het vele dierenleed dat juist in deze middens op het bord terecht komt, want het zijn de extreme specialiteiten waarvoor goed betaald wordt. Een aantal bekende Franse koks van sterrenrestaurants wil ortolaan weer op de menukaart zetten. Het is een schattig vogeltje, met een teer skelet en een ingetogen verendek. De consumptie van dit bedreigde zangvogeltje is sinds 1999 in Frankrijk verboden. Door zijn bijzondere manier van bereiding is het bij de gastronomen een gewaardeerde lekkernij. Het vogeltje wordt eerst in het wild gevangen, dan in een donkere kooi gezet omdat dit vogeltje alleen tijdens de nacht eet. Als ze goed zijn vetgemest worden ze levend verdronken in Armagnac en vervolgens in een hete oven geroosterd. Ortolaan wordt in één keer opgepeuzeld, met beenderen en al. Om alle smaken en geuren ten volle op te nemen en om vervelende situaties aan tafel te vermijden, legt de gastronoom een groot servet op zijn hoofd. Ze noemen dit een culinaire ervaring zonder weerga terwijl dit een barbaarse en wansmakelijke traditie is. Dergelijke culinaire uitspattingen getuigen van weinig besef dat dieren levende wezens zijn.

Dojo Tofu of tofu met levende visjes is in Japan en Korea een van de meest sadistische gerechten van de wereld. De bereidingswijze tart iedere verbeelding. Men plaatst een blok koude tofu met levende, kleine palingvisjes in een pan met kokend water. Omdat deze visjes een sterkte levensdrang bezitten en deze levensbedreigende situatie aanvoelen boren zij zich in de koude tofu. De arme visjes hopen zo te ontsnappen aan een pijnlijke, langzame dood en genieten even van de koele tofu die echter in het hete water zeer warm wordt zodat de visjes een lugubere dood sterven.

Naast de ortolaan en de levende visjes hebben we de kikkers die een even vreselijke dood sterven uit puur snobisme en geldgewin. Dierenbescherming begint op het bord. Het eten van kikkerbilletjes is in Frankrijk, Italië en ook in België een culinaire specialiteit die in de meeste supermarkten te koop worden aangeboden. In Europa zijn amfibieën al langer een beschermde diersoort. Om de wet te omzeilen voeren de handelaars kikkerbilletjes in uit Indonesië, Vietnam en andere Aziatische landen. Het overstijgt onze verbeelding, maar per jaar worden er binnen de EU gemiddeld 4.600 ton kikkerbilletjes ingevoerd en daarvoor heeft men 100 tot 250 miljoen kikkers nodig. Het eten van kikkerbilletjes leidt niet alleen tot het gruwelijk lot van deze onschuldige kikkers, maar veroorzaakt een ecologische ramp. Het gaat hier om in het wild gevangen kikkers wat het risico op het snel verdwijnen van soorten vergroot. De kikker is een plaagbestrijder en als er te weinig kikkers zijn, veroorzaakt dit grote ecologische schade. Aquacultuur is bij kikkers uitgesloten wegens de snelle verspreiding van het dodelijk Bd-schimmel.

Over heel de wereld gaat het slecht met de amfibieën. De Verenigde Naties maken zich ernstige zorgen omdat 30% van de amfibieën bedreigd zijn door de aantasting van hun leefgebieden. Ontbossing, droogte en klimaatveranderingen eisen een hoge tol. De mens pleegt voor wat de kikkers betreft een zware ecologische inbreuk. Kikkeretende vogelsoorten geraken steeds moeilijker aan voedsel. De waterkwaliteit kan kelderen als bepaalde tropische kikkers, die algen en parasieten eten, verdwijnen. Het leed dat deze nuttige dieren wordt aangedaan is onaanvaardbaar. Dat heeft niets met sentiment te maken, maar met lugubere methodes. De jacht gebeurt ’s nachts, meestal in natte rijstvelden omdat daar de kikkers talrijk aanwezig zijn. Om de dieren te laten stilzitten, gebruiken de vangers lampen, net zoals vroeger de stropers met lichtbakken werkten. De kikkers worden met netten gevangen en in zakken gestopt om ze de volgende ochtend aan de opkopers levend te verkopen.

Het slachten gebeurt door de handelaars, slachten is te licht uitgedrukt. De kikkers worden routineus door midden gehakt of zonder enige vorm van verdoving door midden geknipt. De exporteurs kopen het onderlijfje met de achterpoten, de zogenoemde kikkerbilletjes en vriezen ze uit hygiënisch standpunt in. De bovenlijfjes gooien ze op een hoop terwijl ze langdurig blijven spartelen, want kikkers blijven vrij lang in leven. Volgens onderzoekers blijft de pijn lang aanhouden en wordt de kikkerslachting omschreven als een langgerekte, onvoorstelbare foltering. Een kikker die lange tijd verminkt ligt te sterven, lijdt evenzeer als ieder ander dier om nog niet te spreken over de stress en de angst die deze diertjes vooraf hebben ondergaan. 

Heel wat internationale organisaties ijveren voor een wereldwijd totaal verbod op het vangen en doden van kikkers, maar de financiële belangen lijken nog steeds te groot om regeringen te overtuigen om een dergelijke beslissing te nemen. Het kan heel eenvoudig als de EU-overheid het importeren van kikkers aan banden zou leggen om daarmee een einde te maken aan deze walgelijke culinaire lekkernij. Het gaat hier om onmenselijke toestanden en ecologische gevaren.