59312ispc032048

De mens is in tegenstelling tot de meeste diersoorten niet in staat zelf vitamine C aan te maken. Bij gevolg moet ze via de voeding worden aangevoerd. Wateroplosbare vit. C (L-ascorbinezuur) is absoluut nodig voor de stofwisseling en het immuunsysteem. De belangrijkste bronnen zijn vers fruit en groenten. Vit.C is echter gevoelig voor zuurstof en voor warmte. Tijdens het koken of bakken van voedsel wordt deze vitamine voor een  groot deel vernietigd. Vandaar het belang dat er dagelijks ook rauwe dingen worden gegeten. De dagelijkse behoefte ligt volgens de reguliere voedingsleer op 75 mg per dag, een hoeveelheid die gemakkelijk is te bereiken. Mensen die gezond eten krijgen minstens het dubbele binnen.

 

  • Rozenbottel, rauw: 1250 mg/ 100 g.
  • Rozenbottel, vruchtvlees en schaal: 1500 mg.
  • Acerola, rauw: 1500 mg
  • Acerolasap: 1000 mg.
  • Duindoornbes: 450 mg.
  • Duindoorbessap: 266 mg.
  • Peterselieblad, rauw: 166 mg.
  • Paprika (rood, geel, groen): 140 mg.
  • Paprika gestoomd: 105 mg.
  • Broccoli, rauw: 110 mg.
  • Spruiten: 102 mg.
  • Gekookte spruiten: 87 mg.
  • Groene kool, rauw: 105 mg.
  • kiwi: 100 mg.
  • Papaya: 70 mg.
  • Bloemkool: 69 mg.
  • Koolrabie: 66 mg.
  • Aardbei: 62 mg.
  • Tuinkers: 60 mg.
  • Citroen: 53 mg
  • Citroensap: 51 mg.
  • Spinazie, rauw: 51 mg.
  • Sinaasappelsap, vers geperst: 52 mg.
  • Sinaasappel, rauw: 50 mg.
  • Rode kool, rauw: 50 mg.
  • Savooikool, rauw: 50 mg.
  • Witte kool: 47 mg.
  • Grapefruit, ruwe pompelmoes: 41 mg.
  • Pompelmoessap: 40 mg.

 

U merkt dat vit. C in groenten en fruit massaal voorkomt en dat zich niemand zorgen hoeft te maken om aan een te kort aan vit. C te lijden. Het gebruik van vit.C tabletten is daarom onzinnig.

Prof. Linus Pauling gebruikte tot aan zijn dood in 1994 per dag 10 gram in poedervorm. Hij werd 95 jaar oud. Er is geen aantoonbaar verband tussen zijn hoge leeftijd en het gebruik van vit.C in tabletvorm. Hij was genetisch bevoordeeld waardoor hij zijn dwaze remedie vrij lang heeft overleefd. Zonder vit.C tabletten zou hij ongetwijfeld ouder zijn geworden. De mythe rond de vitamine C is door hem gelanceerd en daar heeft de vitamine-industrie gretig op ingespeeld. Volgens  Dr. Helmut Oberreiter, wetenschappelijke leider van het Deutschen Gesellschaft für Ernährung (DGE)  neemt vit. C geen bijzondere plaats in binnen de groep van deze stoffen. Alle vitaminen zijn van levensbelang. Volgens hem is er geen enkel wetenschappelijk bewijs aan te voeren dat het slikken van vitaminetabletten de gezondheid ten goede komt. Er moet een grondig onderscheid gemaakt worden tussen natuurlijke vitamine C zoals deze in voedingsmiddelen voorkomt en deze die in een laboratorium geproduceerd worden als ascorbinezuur of vrijkomt bij de productie van suiker of andere industriële processen. Vit C is lang een geliefd voedingssupplement geweest, maar daar worden nu vele vragen rond gesteld.

 

De natuurlijke vitamine C remt, volgens Dr. Oberreiter de vorming van nitrosaminen in de maag en biedt daarbij een bescherming ter voorkoming van maagkanker. Vit. C is een belangrijk antioxidant en vernietigt vrije radicalen. Vandaar dat fruit en groenten een goede bescherming biedt tegen hart- en vaatziekten, maar ook t
egen maagkanker. Een vitaminetablet kan deze werking niet vervangen en zeker niet evenaren. Zij helpen ook niet bij verkoudheden volgens deze wetenschapper. Hij wijst er op dat de immuniteit door het eten van fruit en groenten wel degelijk versterkt wordt. Op de vraag of een overdosis gevaarlijk kan zijn, antwoordde hij: te veel aan natuurlijke vit. C wordt via de nieren en de darm afgevoerd. Bij het gebruik van tabletten in hogere dosis is de vorming van nierstenen niet uit te sluiten. Een te kort aan vit. C zorgt voor vermoeidheid, bloedend tandvlees en verhoogde vatbaarheid van infecties.

 

Dr. Markus Horneber is een kankerspecialist en verbonden aan het Klinikum Nord in Nürnberg en heeft zijn twijfels over een onderzoek van het National Cancer Institutes in de VS waar beweerd wordt dat hoge doseringen vit C kankercellen zou doden en gezonde cellen onaangeroerd laat. Vooreerst is dit onderzoek  nog in een te vroeg stadium en mochten er  positieve resultaten bereikt worden, dan is dit slechts een fractie in het hele genezingsproces. Een paar tonen leveren nog geen melodie op, lacht hij sceptisch. Kankeronderzoek is erg complex, zegt hij en zelden gaat het om één vitamine. Daarmee bedoelt hij dat voeding een hele groep vitaminen levert samen met mineralen en andere stoffen. Het is het geheel van al deze stoffen die een kankerremmende werking hebben. Ten slotte wijst Dr. Horneber er op dat er de laatste tijd steeds meer irriterende studieonderzoeken worden gepubliceerd waaruit zou blijken dat voedingssupplementen de kans op kanker zou vergroten. Hij raadt iedereen aan niet te geloven in de slogan: ‘meer vitaminepillen, minder kanker’ want dat is een grote leugen.