Omdat een tekort aan eiwit voor ernstige problemen zorgt, maakt men zich vaak zorgen over vegetariërs die geen gebruik maken van voedsel afkomstig van gedode dieren. Veganisten gaan nog een stap verder en gebruiken niets van het dier, dus geen melk, melkproducten of honing. Deze bezorgdheid is niet gegrond omdat een evenwichtige vegetarische voeding een veel hoger rendement oplevert. Plantaardig eiwit verteert gemakkelijker, laat opvallend minder afvalstoffen achter terwijl er meer rauw voedsel wordt gegeten zoals rauwe groenten, vers fruit, noten, zaden en pitjes. In de voedingswetenschap is het vegetarisme algemeen aanvaard en kent men de vele voordelen. De Gezondheidsraad laat zich steeds meer door het vegetarisme inspireren zoals hun actie om vlees- en visconsumptie terug te dringen en oog te hebben voor het ecologisch aspect. Binnen een democratie en een vrije economie is het niet mogelijk om het vegetarisme op te dringen en te verplichten. Het is merkwaardig dat er steeds meer objectieve voedingsadviezen worden verstrekt en daar heeft de consument recht op. Ondanks deze positieve ontwikkelingen blijft de angst voor een tekort aan eiwit bestaan, vandaar de vele alternatieven die worden aangeboden.

 

Plantaardige hamburgers

Vanuit een ongegronde angst wordt er vanuit de eiwitbehoefte gewezen op het belang van vleesvervangers. Plantaardige hamburgers zijn industriële bereidingen van overwegend plantaardige grondstoffen zoals tarwe, soja en lupine. Meestal zit er ei en melk in verwerkt. Om een zekere kleefbaarheid te bereiken, wordt gluten toegevoegd. Gluten is een eiwitfractie dat in granen voorkomt en bij sommige mensen coeliakie veroorzaakt. Het aantal mensen dat glutengevoelig is, stijgt met de dag. Vandaar dat er steeds meer glutenvrije voeding op de markt wordt gebracht. Beginnende vegetariërs hebben meestal nog behoefte aan deze burgers. Ze smaken droog, geven geen aangenaam mondgevoel en verteren eerder zwaar. Ervaren vegetariërs hebben geen behoefte aan iets dat hun nog aan vlees doet herinneren.

 

Quorn

Is een geprepareerde vleesvervanger op basis van een schimmel. De schimmel wordt gevoed met van tarwe en aardappels gemaakte glucosesiroop en andere voedingsstoffen. De geproduceerde cellen worden ingekleurd en krijgen een substantie waaraan men een vorm kan geven die lijkt op vis, kip of vlees. Quorn wordt in vele vormen op de markt gebracht zoals hamburgers, worst en kant-en-klare maaltijden.

 

Tofu

Dit is het Japanse woord voor ‘sojakaas’ en wordt in Azië vrij veel gebruikt. Op zich is het een vrij traditioneel voedingsproduct dat thuis hoort in de Oosterse keuken. Het heeft geen zin dagelijks tofu of andere vleesvervangers te gebruiken uit angst voor eiwittekort.

 

Soja

De sojaboon domineert de landbouw en de voedingsindustrie. Vooral sojameel wordt als vulstof erg veel toegevoegd aan allerlei voedingsproducten om de prijs te drukken. De sojaboon heeft een vrij hoog eiwitgehalte van goede kwaliteit en wordt veel gebruikt in allerlei vleesvervangers. Men kan haast alles nabootsen zoals sojamelk, sojaroom, sojayoghurt, sojakaas, sojaspek, sojaleverpastei, sojaworstjes enz. Sojaproducten zijn omstreden en behoren tot de imitatievoeding. De consument laat zich vaak misleiden door de slogan ‘plantaardig’ wat correct is, maar niet als gezondheidsclaim mag gebruikt worden.

Beginnende vegetariërs grijpen te gemakkelijk naar het rijke aanbod van imitatievoeding uit vrees voor een mogelijk tekort aan eiwit wegens het niet gebruiken van vlees en vis. Doorgewinterde vegetariërs hebben geen behoefte aan deze sterk geïndustrialiseerde voedingsproducten omdat het aanbod aan verse voedingsmiddelen ruim voldoende is om de gewenste behoefte aan eiwit per dag te dekken. Wereldwijd hebben wetenschappelijke onderzoeken aangetoond dat vegetariërs die een gevarieerd en evenwicht voedingspatroon volgen, geen tekort aan eiwit tonen.

 

Blog in samenwerking met:

www.europeseacademie.be

www.natuurgeneeskundigen.be en

http://natuur-en-gezondheid.skynetblogs.be